M&M Leerjaar 2 - Paragraaf 6.1 Frankrijk voor de revolutie - Les 2
De tijd van pruiken
en revoluties
ABSOLUTISME
1. Frankrijk voor de revolutie.
2. De Franse Revolutie.
3. Revolutie buiten Frankrijk?
4. Revolutie in Nederland.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De tijd van pruiken
en revoluties
ABSOLUTISME
1. Frankrijk voor de revolutie.
2. De Franse Revolutie.
3. Revolutie buiten Frankrijk?
4. Revolutie in Nederland.
Slide 1 - Tekstslide
- De drie standen in
de standensamen-
leving beschrijven.
- Uitleggen waarom
burgers en boeren
ontevreden waren.
- Uitleggen hoe de
Franse Revolutie
begon.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
LB 1.2
Wil je meer leren? Maak:
LB hoofdstuk 2
Slide 2 - Tekstslide
Welke uitspraak over de standenmaatschappij is JUIST?
A
De eerste stand zijn geestelijken, de tweede stand edelen, de derde stand boeren en burgers.
B
De eerste stand zijn geestelijken, de tweede stand boeren en burgers, de derde stand edelen.
C
De eerste stand zijn edelen, de tweede stand geestelijken, de derde stand boeren en burgers.
D
De eerste stand zijn boeren en burgers, de tweede stand edelen, de derde stand geestelijken.
Slide 3 - Quizvraag
Welke uitspraak over de standenmaatschappij is JUIST?
A
Alle standen moesten belasting betalen.
B
Alleen de eerste stand moest belasting betalen.
C
Alleen de derde stand moest belasting betalen.
D
De eerste stand en de tweede stand moesten belasting betalen.
Slide 4 - Quizvraag
De standensamenleving
1/5
5 redenen voor ontevredenheid.
Geestelijken
Adel
Boeren
Slide 5 - Sleepvraag
- De drie standen in
de standensamen-
leving beschrijven.
- Uitleggen waarom
burgers en boeren
ontevreden waren.
- Uitleggen hoe de
Franse Revolutie
begon.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
LB 1.2
Wil je meer leren? Maak:
LB hoofdstuk 2
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de betekenis van het begrip: 'absolutisme'?
A
De koning is door God gekozen
B
Een strenge koning
C
Alle macht ligt bij de koning
D
Een koning die erg rijk is
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het begrip: 'droit divin'?
A
De koning is door God gekozen
B
Een strenge koning
C
Alle macht ligt bij de koning
D
Een koning die erg rijk is
Slide 8 - Quizvraag
L'État, c'est Moi | 'De staat, dat ben ik'
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.
Lodewijk XIV (14e) (de Zonnekoning)
Een Franse koning met absolute macht.
Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
2/5
5 redenen voor ontevredenheid.
Slide 9 - Tekstslide
De Verlichting
vanaf ±1700
Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
3/5
5 redenen voor ontevredenheid.
Slide 10 - Tekstslide
Wat leert de 3e stand van de Verlichting?
A
Dat de koning is
aangesteld door God.
B
Dat traditie, geloof en
gewoonte juist zijn.
C
Dat het oneerlijk is dat alleen zij belasting moeten betalen.
D
Dat mensen kunnen niet goed nadenken.
Slide 11 - Quizvraag
Misoogst
1788
Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden. Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.
4/5
5 redenen voor ontevredenheid.
Slide 12 - Tekstslide
Frankrijk gaat failliet
mei 1789
Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten veel geld, maar het geld is op. Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar.
= De vergadering van de 3 standen.
5/5
5 redenen voor ontevredenheid.
Slide 13 - Tekstslide
Wat had Lodewijk kunnen doen om meer geld te krijgen voor Frankrijk?
Slide 14 - Woordweb
STATEN-GENERAAL
3 stemmen
Betalen GEEN belasting = 1 stem!
Betalen GEEN belasting = 1 stem!
Betalen WEL belasting = 1 stem!
Welke groep gaat ALTIJD verliezen? Typ de KLEUR!
Slide 15 - Woordweb
- De drie standen in
de standensamen-
leving beschrijven.
- Uitleggen waarom
burgers en boeren
ontevreden waren.
- Uitleggen hoe de
Franse Revolutie
begon.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
LB 1.2
Wil je meer leren? Maak:
LB hoofdstuk 2
Slide 16 - Tekstslide
De Eed op de
Kaatsbaan
Zo niet langer!
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
De ... stand begon de Nationale vergadering = volksvertegenwoordiging
A
1e stand/
geestelijkheid
B
2e stand/
adel
C
3e stand/
boeren&burgers
Slide 19 - Quizvraag
De 'Eed op de Kaatsbaan' van de 3e stand:
"Wij beloven niet uit elkaar te gaan voordat...
A
...Frankrijk een republiek is."
B
...Frankrijk een grondwet heeft."
C
...het probleem met de schatkist is opgelost."
D
...de koning
onthoofd is."
Slide 20 - Quizvraag
Bestorming van de Bastille
14 juli 1789
De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan.
Het Franse volk bestormt de Bastille, een gevangenis én wapen/buskruit-opslag.
DeFranse Revolutie is begonnen...
Slide 21 - Tekstslide
De bestorming
van De Bastille
Zo niet langer!
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
- De drie standen in
de standensamen-
leving beschrijven.
- Uitleggen waarom
burgers en boeren
ontevreden waren.
- Uitleggen hoe de
Franse Revolutie
begon.
LEERDOELEN
Nu kun je maken:
LB 1.2
Wil je meer leren? Maak:
LB hoofdstuk 2
Slide 24 - Tekstslide
Stel een vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.