Quiz

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• Leerjaar 3

Wat waren de drie belangrijkste kapitaalmiddelen tijdens de Industriële revolutie

1. Stoommachine, Textielmachine, Fabriekshal
2. Bank, Geld, Grond
3. Steenkool, Arbeid, Stoommachine
4. Stoommachine, Textielmachine, Geld

Tot welke soort industrie behoorde de textielindustrie in Manchester?

1. Stoomindustrie
2. Zware Industrie
3. Lichte Industrie
4. High Tech Industrie

Een boekendrukkerij is

1. Wel marktgebonden
2. Niet marktgebonden

Een belangrijke locatiefactor voor high tech industrie is

1. Universiteiten
2. Mooi landschap
3. Veel recreatiemogelijkheden
4. Alle drie de antwoorden

Lviv stond in 1902 ook wel bekend als

1. Kiev
2. Breslau
3. Lemberg
4. Lwow

Welke gunstige locatiefactoren hebben Oost-Europa voor de autoindustrie

1. Redelijk goed opgeleide bevolking
2. Lage lonen
3. Zowel antwoord A als B

De M11 loopt naar de belangrijke universiteits stad

1. Leeds
2. Oxford
3. Cambridge
4. Geen van deze

Welk land grenst niet aan Polen

1. Duitsland
2. Rusland
3. Letland
4. Wit-Rusland

Welke locatiefactor hebben we niet gezien in het filmpje

1. Mooie architectuur
2. Kunst
3. Theater
4. Universiteit

Is Duitsland ten opzichte van 1914 groter of kleiner geworden (vergeleken met nu)

1. Kleiner
2. Groter

Waarom heeft de ruzie tussen Europa en Rusland over de bezetting van de Krim geen gasprobleem opgeleverd?

1. Gebruiken andere leveranciers
2. Zijn minder afhankelijk door groene energie
3. Nederland kon het tekort aanvullen voor EU
4. Het was een relatief warme winter

Welke is geen brandstof bij het opwekken van thermische energie

1. Steenkool
2. Uranium
3. Aardgas
4. Olie

Welke cricketspeler scoorde de meeste ' first class centuries'

1. Jack Hobbs
2. Ricky Ponting
3. Micheal Slater
4. Sachin Tendulkar