1.3 Cellen van dieren en planten

BS 3: Cellen van dieren en planten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

BS 3: Cellen van dieren en planten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
Quizvraag over vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Noem de organisatieniveaus van klein naar groot?
A
organismen, cellen, weefsels, orgaanstelsels, organen
B
organismen, orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
organismen, weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels en organismen

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
*Je benoemt de delen van een dierlijke en plantaardige cel.
*Je benoemt de verschillen tussen een dierlijke en een plantaardige cel
*Je benoemt de kenmerken en functies van de verschillende delen.

Slide 4 - Tekstslide

Dierlijke cellen (1/2)
Celmembraan
Dun vlies om de cel. Houdt de cel bij elkaar.
Cytoplasma (celplasma):
Stroperige vloeistof van water en opgeloste stoffen (bijv. glucose).

Slide 5 - Tekstslide

Dierlijke cellen (2/2)
Celkern:
Regelt alles wat er in de cel gebeurt. Hier ligt het DNA opgeslagen (erfelijke eigenschappen)

Kernmembraan:
Dun vlies om de celkern. Houdt de celkern bij elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Plantaardige cellen (1/2) 
Celmembraan

Cytoplasma (celplasma)

Celkern

Kernmembraan



Slide 7 - Tekstslide

Plantaardige cellen (2/2)
Bladgroenkorrels (plastiden)
Korrels in groene delen van de plant, hierin vindt fotosynthese plaats.
Vacuole
Blaasje gevuld met water met opgeloste stoffen
Jonge cellen meerdere kleine vacuolen, Volwassen cellen 1 grote vacuole.
Celwand
Stevige laag om de cel. Eigenlijk tussencelstof en niet van de cel zelf. Zorgt voor stevigheid.

Slide 8 - Tekstslide

Onderdelen van de cel
    In zowel plantencel als dierijke cel
* Celmembraan - Dun vlies om de cel (buitenste laagje van het cytoplasma)
* Cytoplasma - Stroperige vloeistof die bestaat uit water en opgeloste stoffen.
* Celkern - Bolletje in de cel, deze regelt alles wat er in een cel gebeurd.
* Kernmembraan - Dun vlies om de celkern

   Alleen in Plantencel
* Vacuole - "Blaasje" gevuld met water en wat opgeloste stoffen. Oudere cellen 1 grote vacuole,        jonge cellen meerdere kleine vacuolen.
* Celwand - Stevige laag om de cel 
* Intercellulaire ruimten - Kleine holten tussen de cellen in
Alles op een rijtje....
    In zowel plantencel als dierijke cel
* Celmembraan - Dun vlies om de cel (buitenste laagje van het cytoplasma)
* Cytoplasma - Stroperige vloeistof die bestaat uit water en opgeloste stoffen.
* Celkern - Bolletje in de cel, deze regelt alles wat er in een cel gebeurd.
* Kernmembraan - Dun vlies om de celkern

   Alleen in Plantencel
* Vacuole - "Blaasje" gevuld met water en wat opgeloste stoffen. Oudere cellen 1               grote vacuole, jonge cellen meerdere kleine vacuolen.
* Celwand - Stevige laag om de cel
* Bladgroenkorrels: Hierin vindt fotosynthese plaats en ze geven de plant zijn groene kleur

Slide 9 - Tekstslide

Korrels/plastiden
Bladgroenkorrels: Geven groene 
kleur aan planten, hierin vindt Fotosynthese plaats.
Kleurstofkorrels: Geven kleur aan bloemen en vruchten. Rood/oranje/geel
Zetmeelkorrels Kleurloos. Opslag van zetmeel. Belangrijke reservestof. 
o.a. in aardappelen.

Slide 10 - Tekstslide

Korrels
Korrels kunnen overgaan in een ander type! Hier zie je bladgroenkorrels veranderen in kleurstofkorrels.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? 
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 12 - Sleepvraag

Een dierlijke cel heeft een celwand
A
Ja, altijd
B
Ja, soms
C
Nee, nooit

Slide 13 - Quizvraag


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 14 - Quizvraag

Zowel dierlijke als plantaardige cellen hebben cytoplasma.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Aan de slag!
Basisstof 3
Opdrachten 1 t/m 6 maken en nakijken.

Strijders
- Opdracht 7
-Bereid je voor op volgende les door b4 te lezen (en eventueel te maken).

Slide 17 - Tekstslide