Procenten

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Procenten - verschillende situaties
Procenten gegeven - Bereken 6% van 320
Procenten bereken - Hoeveel procenten is 5 van de 45?
Geheel berekenen - 24% van de leerlingen heeft een onvoldoende. 
                                          Dat zijn er 45. Hoeveel leerlingen zijn er in het totaal?

Wat het vaakst voorkomt:
Procentuele toename/afname - In 2000 waren er 345 bezoekers en in 2001 365. Met hoeveel procent is het aantal bezoekers toegenomen?

Slide 2 - Tekstslide

Procenten gegeven
In een loterij bedraagt de totale prijzenpot € 1 800 000,-.
De winnaar van de hoofdprijs ontvangt 45% van dit bedrag.
Hoeveel Euro krijgt de winnaar uitgekeerd?

of


1 800 000 : 100 x 45 = 
810 000 euro

Slide 3 - Tekstslide

Procenten berekenen
In een doos zitten 50 balletjes. Van deze 50 zijn er 22 rood.
Hoeveel procent van de balletjes is rood?

          of

geheel(deel)100=5022100=44

Slide 4 - Tekstslide

Geheel bereken bij procenten
Wil gaat op fietsvakantie. Hij heeft op de eerste dat 340 km afgelegd. Dat is 42,5% van de reis. Hoeveel km moet Wil in het totaal afleggen?

of
340:42,5 x 100 = 800 km

Slide 5 - Tekstslide

Van de 640 eindexamenkandidaten zijn er dit jaar 32 gezakt. Bereken het slagingspercentage.

Slide 6 - Open vraag

Mitchel krijgt bij de aankoop van een camera maar liefst €140,- korting. Dit is 35% van de oorspronkelijk prijs. Bereken de oorspronkelijke verkoopprijs.

Slide 7 - Open vraag

Een basketbalteam maakt in één seizoen 3250 punten. De topscoorder neemt 28% van de punten voor zijn rekening. Hoeveel punten maakt de topscoorder dit seizoen?

Slide 8 - Open vraag

Procentuele toename of afname
In 2021 waren er 146 aanmeldingen voor het nieuwe schooljaar. In 2022 zijn dat er 152. Met hoeveel procent is het aantal aanmeldingen toegenomen ten opzichten van 2021? 

of
(nieuw - oud) : oud x 100=
(152 - 146) : 146 x 100 = 
4,1%

Slide 9 - Tekstslide


Slide 10 - Open vraag