In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
MTH, blok 3, les 6
Slide 1 - Tekstslide
Onderdelen van de les
Terugblik naar les 5
De éénmalige blaaskatheter
De verblijfskatheter
Suprapubische katheter
Slide 2 - Tekstslide
Als corpora aliena op het hoornvlies of onder het ooglid blijven zitten, leidt dit tot .....
A
Oppervlakkige schade van het hoornvlies
B
Loslating van het netvlies
C
Uitbreiding van de blinde vlek
D
Chronische ontsteking in het glasvocht
Slide 3 - Quizvraag
Voor het verwijderen van een corpus alienum uit het oog worden ..... gebruikt.
A
Eye pads
B
Steriele gaasjes
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande
Slide 4 - Quizvraag
Op welk van de volgende plekken zal een vuiltje in het oog het meest waarschijnlijk zitten?
A
Onder de sclera
B
In het glasachtig lichaam
C
Onder het bovenooglid
D
In het netvlies
Slide 5 - Quizvraag
Blaaskatheter.
Het urinewegstelsel is een systeem dat urine aanmaakt en afvoert uit het lichaam. Het stelsel bestaat achtereenvolgens uit de nieren, de urineleiders (ureters), de blaas en de urinebuis (urethra).
Blaaskatheter.
Het urinewegstelsel is een systeem dat urine
aanmaakt en afvoert uit
het lichaam.
Het stelsel bestaat achtereenvolgens uit
de nieren, de urineleiders (ureters), de blaas en de urinebuis (urethra).
Slide 6 - Tekstslide
Urine wordt aangemaakt in de nieren en via de urineleiders afgevoerd naar de blaas.
De blaas is een hol orgaan en lijkt een beetje op een ballon.
De functie van de blaas is het tijdelijk opslaan van urine, totdat deze uit geplast wordt via de urinebuis.
Als de blaas maximaal gevuld is met urine, kan deze tot aan de navel reiken.
Slide 7 - Tekstslide
Bij de meeste mensen kan de blaas ongeveer 300-600 milliliter urine opslaan.
Een gezond persoon produceert per 24 uur ongeveer 1000-1500 milliliter urine; de precieze hoeveelheid is echter afhankelijk van hoeveel iemand drinkt en van de hoeveelheid vocht die hij of zij met het eten binnenkrijgt.
De meeste mensen plassen rond de vijf keer per dag en soms ook een of meerdere keren ’s nachts.
Slide 8 - Tekstslide
De urinebuis loopt vanaf de onderzijde van de blaas naar de buitenzijde van het lichaam.
De mannelijke en de vrouwelijke urinebuis verschillen van elkaar in lengte en vorm.
De vrouwelijke urinebuis is relatief kort en heeft een lengte van 3-5 centimeter. Door deze korte lengte kunnen bacteriën van buitenaf gemakkelijk in de blaas terechtkomen.
De urinebuis loopt bij vrouwen vanaf de blaas in een rechte lijn naar beneden en mondt uit tussen de clitoris en de ingang van de vagina.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
De mannelijke urinebuis heeft twee functies: het afvoeren van urine uit de blaas en het vervoeren van sperma.
De S-vormige urinebuis is bij mannen veel langer dan bij vrouwen: ongeveer 20-25 centimeter.
Slide 11 - Tekstslide
De blaaskatheter
Een blaaskatheter is een dun, hol slangetje dat in de blaas kan worden gebracht.
Urine die zich in de blaas bevindt, kan door de katheter aflopen.
Daarnaast kunnen er vloeistoffen en medicijnen via de katheter toegediend worden.
Slide 12 - Tekstslide
Soorten blaaskatheters:
Éénmalige blaaskatheter: wordt in de blaas gebracht en meteen na het afnemen van urine eruit gehaald.
De katheter is in verschillende vormen en lengtes verkrijgbaar.
Slide 13 - Tekstslide
Verblijfskatheter: wordt in de blaas gebracht en blijft maximaal 6 weken in de blaas zitten.
De katheter is in verschillende vormen en lengtes verkrijgbaar.
Slide 14 - Tekstslide
Bij blaaskatheterisatie wordt een dun, hol slangetje in de blaas gebracht. Dit slangetje laat alléén vloeistoffen van in de blaas naar buiten lopen.
A
Dit is juist
B
Dit is niet juist
Slide 15 - Quizvraag
Indicaties voor een éénmalige blaaskatheter
urineretentie (ophoping van grote hoeveelheden urine in de blaas);
afnemen van een urinemonster voor onderzoek;
nauwkeurige bewaking van de urineproductie bij acuut zieke zorgvragers die weinig of niet meer zelf plassen;
nauwkeurige bewaking van de urineproductie bij zorgvragers die te veel plassen;
Slide 16 - Tekstslide
Indicaties voor een éénmalige blaaskatheter
nauwkeurige bewaking van de urineproductie na toediening van bepaalde medicijnen (zoals plasmiddelen of mannitol, een bloeddrukverlager);
tijdens een operatie aan de urinewegen;
een eenmalige blaasspoeling (bijvoorbeeld bij stolsels in de blaas);
het toedienen van medicijnen in de blaas (bijvoorbeeld antibiotica).
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een indicatie voor een eenmalige of kortdurende katheterisatie?
A
Urineretentie
B
Afnemen urinemonster voor onderzoek
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande
Slide 18 - Quizvraag
Indicaties voor een verblijfskatheter
urineretentie;
monitoring van de urineproductie gedurende langere tijd;
medicijnen die (langdurig) toegediend moeten worden in de blaas (chemotherapie);
Slide 19 - Tekstslide
aandoeningen van het zenuwstelsel waarbij de blaas niet geleegd kan worden, zoals verlammingen of een dwarslaesie;
urine-incontinentie bij een open wond rond de anus of op de stuit, waarbij alternatieven niet effectief zijn;
hardnekkige incontinentie waarvoor geen andere oplossing kan worden gevonden;
verzorging van terminale of ernstig zieke zorgvragers.
Slide 20 - Tekstslide
Voordat een verblijfskatheter wordt geplaatst, moet altijd eerst gezocht worden naar alternatieven.
Er moet altijd een duidelijke reden zijn om een verblijfskatheter te plaatsen en zorgverleners moeten elke dag kijken of deze reden nog steeds geldt.
Het is namelijk belangrijk dat een zorgvrager niet onnodig lang gekatheteriseerd wordt, vanwege het risico op complicaties (zoals een urineweginfectie).
Slide 21 - Tekstslide
Mogelijke alternatieven voor een verblijfskatheter :
Een externe
condoomkatheter:
deze kan worden
gebruikt bij mannen
zonder urineretentie
of een
afvloedbelemmering
van de blaas.
Slide 22 - Tekstslide
Mogelijke alternatieven voor een verblijfskatheter
Intermitterende katheterisatie: hierbij wordt meerdere keren per dag gekatheteriseerd, zonder dat er een verblijfskatheter achterblijft in de blaas. Dit kan worden gedaan door een zorgverlener, een familielid of door de zorgvrager zelf.
Incontinentiemateriaal
Slide 23 - Tekstslide
Mogelijke alternatieven voor een verblijfskatheter:
Een suprapubische
katheter: dit is een
katheter die via de
voorste buikwand in de
blaas wordt ingebracht.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Wat is een indicatie voor een verblijfskatheter?
A
Urineretentie
B
Aandoening zenuwstelsel waarbij blaas niet geleegd kan worden
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een indicatie voor een eenmalige of kortdurende katheterisatie?
A
Tijdens een operatie aan de urinewegen
B
Eenmalige blaasspoeling
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande
Slide 28 - Quizvraag
Contra-indicaties voor een verblijfskatheter
een acute ontsteking van de prostaat;
obstructie of vernauwing van de urinebuis;
infectie van de urinebuis;
(verdenking op) letsel aan de urinebuis.
Slide 29 - Tekstslide
Een infectie van de urinebuis is een contra-indicatie voor katheterisatie.
A
Dit is juist
B
Dit is niet juist
Slide 30 - Quizvraag
toets blok 3
Vrijdag 16-4-2021
Camera moet aan anders geen toets.
Blok 3 Les 1 t/m 6
In MTH kanaal bij bestanden.
Wil je een geprint set vraag het aan mij op school!