Vmbo 1 unit 5 Recap: much, many, a lot of/ -er, -est

WELCOME!
Recap for test unit 5!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME!
Recap for test unit 5!

Slide 1 - Tekstslide

Today: RECAP
- veel: much, many, a lot of
- vergelijken: -er, -est 

Slide 2 - Tekstslide

veel: much, many, a lot of
Bevestigend:  
- a lot of 

enkelvoud, telbaar en meervoud, niet telbaar.

I have a lot of work.

I have a lot of books.

Slide 3 - Tekstslide

veel: much, many, a lot of
ontkennend:
enkelvoud, niet telbaar: much
I don't have much time. 
We don't have much money

meervoud, telbaar: many
We don't have many flowers.
I don't have many pants.


Slide 4 - Tekstslide

veel: much, many, a lot of
vragend:
enkelvoud, niet telbaar: much
Do you have much money?
Do you have much homework?

meervoud, telbaar: many
Do you know many songs?
Does the club have many fans? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort bij wat?
telbaar
niet telbaar
time
homework
fans
balls
books
friends
songs
money
water
work
flowers

Slide 6 - Sleepvraag

veel: much, many, a lot of
bevestigend: 
- a lot of
ontkennend: 
- enkelvoud, niet telbaar: much
- meervoud, telbaar: many
vragend:
- enkelvoud, niet telbaar: much
- meervoud, telbaar: many

Slide 7 - Tekstslide

I have................money in my wallet.
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 8 - Quizvraag

I drink.............water.
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 9 - Quizvraag

Do you have...............DVDs?
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 10 - Quizvraag

I don't have.............information.
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 11 - Quizvraag

How..............cats do you have?
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 12 - Quizvraag

the president doesn't have............dollars
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 13 - Quizvraag

vergelijken: -er, -est
Als je dingen of personen wilt vergelijken. 
-er of -est achter het bijvoegelijk naamwoord.

A car is faster than a bike, but a train is the fastest.
A cat is bigger than a mouse, but a elephant is the biggest.
Henry is taller than Sarah, but Jason is the tallest.

Slide 14 - Tekstslide

Een jaar is het langst.
(long)

Slide 15 - Open vraag

Mijn oma is kleiner dan mijn opa.
(small)

Slide 16 - Open vraag

Deze glas is voller.
(full)

Slide 17 - Open vraag

Sarah is de oudste.
(old)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Reminder!
Study for your upcoming test unit 5
Test jezelf: 5.4/ 5.5
Versterk jezelf
Quizlet

Slide 22 - Tekstslide