Spelling_EI/IJ-AU/OU

Spelling
woorden met ei of ij
&
woorden met ou of au
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
woorden met ei of ij
&
woorden met ou of au

Slide 1 - Tekstslide

Alle antwoorden op de raadsels zijn woorden met de ou of de au

Slide 2 - Tekstslide

Je doet het als je heel veel van elkaar houdt. Je geeft elkaar een ring. Je draagt iets wits. Wat is het?

Slide 3 - Open vraag

Als je dit bent moet je heel vaak niezen. wat is het?

Slide 4 - Open vraag

je doet het na een optreden.
je doet het met je handen maar niet met je voeten. wat is het?

Slide 5 - Open vraag

Lees de uitleg van kaart  O1 enO2 in je ringboekje nog eens.

.

Slide 6 - Tekstslide

ou

Slide 7 - Sleepvraag

Welk woord hoort bij dit plaatje.
De woorden zijn met ei of ij.

Slide 8 - Open vraag

Welk woord hoort bij dit plaatje.
De woorden zijn met ei of ij.

Slide 9 - Open vraag

Welk woord hoort bij dit plaatje.
De woorden zijn met ei of ij.

Slide 10 - Open vraag

Welk woord hoort bij dit plaatje.
De woorden zijn met ei of ij.

Slide 11 - Open vraag

Welk woord hoort bij dit plaatje.
De woorden zijn met ei of ij.

Slide 12 - Open vraag


Ga nu verder met  je werkboek

Slide 13 - Tekstslide