Vaktheorie - les 4- Lichtplan

Lichtplan
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Ruimtelijke VormgevingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lichtplan

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Wat is een lichtplan?
Basisverlichting
Praktische verlichting 
Sfeerverlichting 
accentverlichting
Plattegrond

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is licht belangrijk?

Slide 3 - Open vraag

Licht heeft meerdere functies

Producten uitlichten/highlighten
Licht roept een gevoel op 
Licht is  praktisch

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een lichtplan?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een lichtplan?
Plan waarin aangegeven staat hoe en waar licht in te zetten is in de ruimte 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Basis verlichting 
Praktische verlichting
Sfeerverlichting
Accentverlichting 

Slide 9 - Tekstslide

Basisverlichting
Sfeerverlichting
Praktische verlichting
(Gerichte verlichting)

Slide 10 - Tekstslide



Er zijn verschillende manieren om een lichtplan op te stellen. 

Slide 11 - Tekstslide

Basisverlichting
In een winkel of stand is dit vaak een spanningrails of systeemplafond met spots. 

(Ook kunnen het TL-balken zijn)

In woonhuizen zijn het vaak de grote lampen of de spots aan/in het plafond.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Spanningrail
Een rails waarin je o.a. spots kan klikken. 

Deze rails heb je in verschillende kleuren en verschillende soorten spots 

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden spots

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een hangrails met hangende bollen = Het zit hoog en over het gehele plafond verdeeld, daarom ook basisverlichting 

Slide 18 - Tekstslide

Praktische verlichting
Werk licht.

Dit zijn bijvoorbeeld goeie spots voor boven een keuken of balie. 
Hier moet alles goed gezien kunnen worden. 
Een bureaulamp hoort ook tot praktische verlichting.

(Praktische verlichting en sfeerverlichting kunnen elkaar overlappen)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een nachtlampje is een goed voorbeeld van praktische verlichting

Slide 21 - Tekstslide

Sfeerlicht

Dit zijn alle lampen waarmee je niet de hele ruimte kan verlichten, maar wat zorgt voor sfeer in de ruimte, een warm gevoel. 


(Praktisiche verlichting en sfeerverlichting kunnen elkaar overlappen)

Slide 22 - Tekstslide

Verlichting boven een balie: 
Zowel sfeer als praktisiche verlichting

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Praktische/ sfeer verlichting


Sfeerverlichting

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat voor soort verlichting zien we hier?
A
Basisverlichting
B
Praktische verlichting
C
Sfeerverlichting
D
Gerichte verlichting

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat voor soort verlichting zien we hier?
A
Basisverlichting
B
Praktische verlichting
C
Sfeerverlichting
D
Gerichte verlichting

Slide 29 - Quizvraag

Accentverlichting
Dit wordt gebruikt om productgebieden of individuele producten nauwkeurig te verlichten, zoals in de etalage een product.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Verlichtingsplan maken
  • Werk altijd op schaal!

  •  Het verschil tussen lampen moet voor de kijker duidelijk te zien zijn.
Geef dit aan door verschillende kleuren, tekens of tekst in je legenda

  • Zorg dat je altijd gebruik maakt van basis-, praktische- en sfeerverlichting

  • Het toevoegen van afbeeldingen van je gekozen lampen in je plattegrond werkt ook verhelderend. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht
- Maak een start met het maken van een plattegrond op schaal
- Maak/ zoek symbolen waarbij je zorgt dat elke soort verlichting een eigen symbool krijgt
- Zet de symbolen in een legenda 
- Teken de symbolen zorgvuldig in je plattegrond
- Gebruik kleur voor een helder overzicht

Slide 41 - Tekstslide

Voorbeeld
https://www.gamma.nl/klusadvies/a/lichtplan-maken

Onderaan deze sheet staan een aantal voorbeelden van symbolen die je kan toepassen. 
(Dit hoeven dus niet de symbolen te zijn die jij wilt gebruiken. )


Slide 42 - Tekstslide

Einde theorie les 4

Slide 43 - Tekstslide