Bron B - ch. 3

Welke kledingstukken heb ik bij de deur genoemd. Schrijf de Franse woorden op!
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welke kledingstukken heb ik bij de deur genoemd. Schrijf de Franse woorden op!

Slide 1 - Woordweb

Pour aujourd'hui
  • Dictée sur le vocabulaire du chapitre 1/2 et A/B ch. 3
  • Travail source B ch. 3 - Lire 

Slide 2 - Tekstslide

1. je veux 5. attendre 9. l'écran
2. en automne 6. la fille unique 10. bientôt
3. pendant 7. le frère jumeau 11. devant
4. la montagne 8. il se trouve 12. le pantalon
timer
5:00

Slide 3 - Open vraag

Sleep de woorden naar het juiste aanwijzende voornaamwoord (2 per vak)
Ce
Cet
Cette
Ces
table
mur
animal
portables
fille
chaussures
homme
bureau

Slide 4 - Sleepvraag

Les stars voyagent dans le monde entier. Mais elles ont aussi besoin de se relaxer. Alors les stars vivent dans le grand luxe: piscine, courts de tennis, grands écrans dans le salon et des étages aussi grand qu'un centre commercial.
Noem 3 elementen waaruit blijkt dat de rijken in grand luxe leven.

Slide 5 - Open vraag

Een goed antwoord bestaat uit?

Slide 6 - Woordweb

Verschil globaal en intensief lezen
  • Globaal -> Je kijkt naar de titel/tussenkopjes en plaatjes
    Doel: Een idee krijgen waar de tekst over gaat en verwachtingen scheppen over de inhoud. 
    TIP : lees de eerste en laatste zin van de alinea's.
  • Intensief -> Je leest de tekst woord voor woord 
    Doel: de tekst zoveel mogelijk begrijpen!

Slide 7 - Tekstslide

Ga naar p. 103 -> vul de volgende zinnen aan:
1. Alinea 1 gaat over _________
2. Alinea 2 gaat over _________
3. Alinea 3 gaat over _________

Slide 8 - Open vraag

Les nombres 0-100
10 = dix                           70 = soixante-dix        
20 = vingt                      71 = soixante-onze
30 = trente                    72 = soixante-douze
40 = quarante              73 = soixante-treize
50 = cinquante.           80 = quatre-vingt
60 = soixante                81 = quatre-vingt et un

Slide 9 - Tekstslide

Les nombres 0-1000
82 = quatre-vingt deux       101 = cent-un
83 = quatre-vingt trois        102 = cent-deux
90 = quatre-vingt-dix           103 = cent-trois
91 = quatre-vingt-onze        200 = deux-cents
92 = quatre-vingt-douze     201 = deux-cents et un
93 = quatre-vingt-treize       300 = trois-cents
100 = cent                                    1000 = mille

Slide 10 - Tekstslide