ISK 4: Op schrift Blok 3

ISK 4: Op schrift Blok 3
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ISK 4: Op schrift Blok 3

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. Weet ik wat een advertentie is
2. kan ik een advertentie lezen

Slide 4 - Tekstslide

woord van de week
weekdieren

groep van ongewervelde dieren die tweezijdig symmetrisch zijn en een uitwendig of geen skelet hebben. Bijvoorbeeld: inktvis (octopus), mossel en slak.

Slide 5 - Tekstslide

woordenlijst:
1. de advertentie
2. te huur
3. overeenkomen
4. bijverdienen

timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

de advertentie
In een advertentie wil je iets verkopen of vragen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

het advertentiebord
1. op een advertentiebord staan er kleine briefjes
Elk briefje heeft een vraag of een verkoopaanbod. 
Je kan kijken naar de vragen en verkoop aanboden en kijken wat voor jou goed is. 

Slide 9 - Tekstslide

Advertentieopdracht
Ga naar pagina 58 van Op Schrift.
Maak pagina 58 en 59 

klaar? -> schrijf jouw eigen advertentie

Slide 10 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. Weet ik wat een advertentie is
2. kan ik een advertentie lezen

Slide 11 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 12 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. Weet ik wat een aankondiging is
2. kan ik drie dingen noemen die in een aankondiging staan

Slide 13 - Tekstslide

woordenlijst:
1. de aankondiging
2. deelnemen
3. de bijdrage
4. de reservatie
5. 

timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 15 - Tekstslide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 16 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. Weet ik wat een instructie is
2. kan ik een instructie schrijven

Slide 17 - Tekstslide

woordenlijst
1. de instructie
2. uitvoeren
3. eerst
4. daarna
5. vervolgens
6. als laatste

Slide 18 - Tekstslide

de instructie
1. een instructie legt iets uit
2. een instructie schrijf je in de juiste volgorde

Slide 19 - Tekstslide

volgorde
1. Eerst pak je een glas
2. Daarna doe je water in het glas
3. Vervolgens doe je limonade in het glas
4. Tot slot roer je de limonade
5. Nu heb je limonade

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten
1. Maak pagina 70 tot en met 74

Slide 21 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 22 - Tekstslide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 23 - Tekstslide

Lesplanning
1. opstart (5 minuten)
2. uitleg dagboek(10 minuten)
3. Opdracht dagboek (15 minuten)
4. Uitleg puberruil (10 minuten)
5. opdrachten puberruil (10 minuten)
6. toets inplannen (5 minuten)
7. Afsluiting. 

Slide 24 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. Weet ik hoe ik een dagboek kan schrijven
2. Weet ik hoe ik een blog kan schrijven.

Slide 25 - Tekstslide

Een dagboek 


Wie van jullie schrijft er in een dagboek?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Het dagboek van een modeblogger. 

Slide 28 - Tekstslide

De blog:
Een blog is een soort van dagboek, maar dan op het internet.

Wie van jullie heeft ooit een blog gemaakt?

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht maken
Wat ga je doen: pagina 76, 77, 78
hoe ga je dat doen: alleen, in stilte, zonder translate
hoelang heb je daarvoor: 7 minuten
klaar?-> Schrijf jouw eigen dagboekfragment pagina 80
timer
7:00

Slide 30 - Tekstslide

Puberruil:
Puberruil is een programma op televisie. In het programma gaat een puber een week bij een ander gezin wonen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Opdracht maken
Wat ga je doen: maak pagina 79 en 80
hoe ga je dat doen: alleen, in stilte, zonder translate
hoelang heb je daarvoor: 15 minuten
klaar?-> Schrijf jouw eigen dagboekfragment
timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk: een dagboek schrijven
1. Deze week ga jij een dagboek bijhouden.
Elke avond ga jij iets in het dagboek schrijven. 
Je schrijft alsof je een brief schrijft

Slide 34 - Tekstslide

Hoe schrijf ik een dagboek
1. Elke dag minimaal 5 regels. 
2. Vertel: - of de dag leuk was of niet
- waarom de dag wel of niet leuk was
- wat jij hebt gegeten
- wat het meest bijzondere was van de dag

Slide 35 - Tekstslide