In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Herhaling: Zouten
4.2 Metaaloxiden
4.3 Zouthydraten
4.4 Molariteit
Slide 1 - Tekstslide
Metaaloxiden en water
Triviale naam Systemische nam
natronloog natriumhydroxideoplossing
kaliloog kaliumhydroxideoplossing
kalkwater calciumhydroxideoplossing
barietwater bariumhydroxideoplossing
Deze moet je uit je hoofd leren! (Tabel 4.16)
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf de reactievergelijking op tussen natriumoxide en water
timer
3:00
Slide 3 - Open vraag
Wat is de triviale naam van calciumhydroxideoplossing?
A
Natronloog
B
kaliloog
C
Kalkwater
D
Kalkloog
Slide 4 - Quizvraag
Zouthydraten
Zouthydraat: watermoleculen opgenomen in het kristalrooster van een zout
Kristalwater: het opgenomen water
Omkeerbare reactie: afstaan van kristalwater is endotherm
(je moet het dus verwarmen om het kristalwater te verwijderen)
Kopersulfaat:
Slide 5 - Tekstslide
Zouthydraten
Voorbeelden:
Gips
Cement
Slide 6 - Tekstslide
Zouthydraten
Naamgeving:
formule: (naam zout) . (#watermoleculen)
voorbeeld:
Naam: Kopersulfaatpentahydraat
Triviale namen in Binas 66A en 66B
CuSO4.5H2O
(H2O)
Slide 7 - Tekstslide
Zouthydraten verwarmen
Na2CO3·10H2O (s) --> Na2CO3 (s) + 10H2O (l)
Endotherme reactie:
zouthydraat verwarmen levert --> watervrij zout en water
De omgekeerde reactie is exoterm!
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de systemische naam van
timer
1:30
MgSO4.7H2O
Slide 9 - Open vraag
Wat is de formule van natriumthiosulfaatpentahydraat
Slide 10 - Open vraag
Jeroen maalt een gipsen beeldje tot poeder. Hij wil het gemalen gips gebruiken om een nieuw figuurtje te maken. Wat moet hij dan achtereenvolgens doen?
A
gips is watervrij, dus water erbij doen en gebruiken
B
gips is een zouthydraat, dus eerst verhitten om water kwijt te raken
C
gips is een zouthydraat, dus verhitten en daarna water toevoegen om mee te werken
D
gips is een zouthydraat, dus eerst water toevoegen om het op te lossen
Slide 11 - Quizvraag
dubbelzouten
Zouten waarin twee of meer verschillende positieve
en/of negatieve ionen zitten.
Voorbeeld: Azuriet:
Cu3(CO3)2(OH)2
Slide 12 - Tekstslide
Dubbelzouten
Caledoniet is een prachtig groen-blauw mineraal met de volgende formule. Welke ladingen hebben de ionen van dit dubbelzout?
Cu2Pb5(SO4)CO3(OH)6
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de lading van de afzonderlijke ionen?
Cu2Pb5(SO4)CO3(OH)10
Slide 14 - Open vraag
Bijzondere negatieve ionen
Binas 66B
manganaat
permanganaat
dichromaat
chromaat
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de naam van dit ion?
MnO42−
A
Manganaat
B
Permanganaat
C
dichromaat
D
chromaat
Slide 16 - Quizvraag
molariteit
Ionconcentratie: Concentratie per ion
Voorbeeld: Bereken de molariteit en de ionconcentratie van 0.40mol calciumnitraat in 700ml water.
Ca(NO3)2(s)
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de molariteit en de ionconcentratie van 0.40mol calciumnitraat in 700ml water.