Non verbale communicatie

Basis communicatie
Boom Boek Communicatie en gedrag
Thema 1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Basis communicatie
Boom Boek Communicatie en gedrag
Thema 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 
Je bent bekend met de basisbegrippen m.b.t. communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is communiceren
Het overdragen van informatie aan anderen.

Communicatie gaat volgens een bepaald proces; het communicatieproces

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruis
Ruis is een probleem dat ontstaat tijdens de communicatie. Het ontstaat als de boodschap die je zendt aan de ontvanger wordt vervormd en daardoor anders aankomt bij de ontvanger dan dat je bedoelde.
Ruis zorgt er dus voor dat jouw boodschap niet goed overkomt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

interne en externe ruis
Interne ruis is ruis die in de boodschap zelf zit. De zender kan bijvoorbeeld niet goed uit zijn woorden komen of de ontvanger denkt net even aan iets anders en is daardoor afgeleid.



Externe ruis is een verstoring van de communicatie door factoren die zich buiten het communicatieproces bevinden. Denk bijvoorbeeld aan een smartphone die onverwacht afgaat tijdens een gesprek of binnenkomende WhatsApp-berichten die iemand toch snel even leest.

We doen de zin....

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

referentiekader
Niet alleen ruis zorgt voor communicatieproblemen. Verschillende referentiekaders zorgen vaak ook voor problemen.
Het referentiekader is het geheel van waarden en normen, overtuigingen en verwachtingen die de zender en de ontvanger hebben.
Het referentiekader wordt gevormd door datgene wat je in je leven hebt meegemaakt.
Je referentiekader is bepalend voor de manier van coderen en decoderen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

meerzijdige communicatie
Als je tijdens het communiceren zowel zender als ontvanger bent – bij een gesprek of discussie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eenzijdige communicatie
Als je alleen zender of alleen ontvanger bent van de boodschap

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Non verbale communicatie 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het opmerken van bijzonder gedrag is binnen je beroep een belangrijke vaardigheid. Je signaleert en speelt in op hetgeen wat je ziet. Hetgeen je ziet is een onderdeel van non-verbale communicatie. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 
  • De student herkent non-verbale signalen bij de ander 
  • De student kan betekenis geven aan non-verbale signalen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij non-verbale communicatie?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Non-verbale communicatie 
Communicatie zonder woorden, denk aan: 

Gebaren
Gezichtsuitdrukking
Aanraking
Lichaamshouding 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de volgende dia zie je een filmpje. Let op: afspelen zonder geluid.
Waar denk je dat het filmpje over gaat? Wat zie je aan het gezicht van de voetballer? Wat straalt hij uit?

Aan het einde van de les bekijken we het filmpje nogmaals maar dan met geluid. Klopte je aanname?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vijf communicatiecategorieën 

  1. peri-verbaal - Tijd en ruimte hebben invloed op je gedrag
  2. para-verbaal - Toon, intonatie en spreektempo
  3. infra-verbaal - Zaken die onbewust een rol spelen geuren en kleuren
  4. supra-verbaal- Boodschap ie je overbrengt door je uiterlijk
  5. pre-verbaal - communiceren met lichaamstaal

Slide 18 - Tekstslide

Peri-verbaal = tijd en ruimte hebben invloed op gedrag (lift - open ruimte is ander gedrag)
Para-verbaal = hoe je iets zegt (toon/ boodschap gelijk aan elkaar)
Infra-verbaal = zaken die onbewust een rol spelen (geuren en kleuren) 
Supra-verbaal = uiterlijk 
Pre-verbaal = lichaamstaal 
Onder welke categorie valt de volgende foto? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

infra verbaal
Onder welke categorie valt de volgende foto? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

supra verbaal 
Onder welke categorie valt de volgende foto? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

pre-verbaal 

Ingaan op verschillende mimiek en interpretatie hiervan. 

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je communiceert altijd, vaak onbewust. 

Verbale communicatie en non-verbale communicatie vullen elkaar aan 

De taal van het lichaam is een belangrijk onderdeel van persoonlijke communicatie tussen jou en de cliënt 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een onderzoek van de University of California uit 2017 vond 27 categorieën menselijke emoties in video's

rust
verwarring
hunkering
afschuw
empathische pijn
vervoering
afgunst
opwinding
vrees
verschrikking
interesse
vreugde
nostalgie
romantiek
droefenis
tevredenheid
seksuele opwinding
sympathie
triomf

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

basis emoties
 Liefde, Vreugde, Verbazing, Verdriet, Angst, Afkeer, Boosheid en Schaamte & Schuld.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt als begeleidster op een dagbesteding. Jasmijn is een van de cliënten. Normaal gesproken is Jasmijn een vrolijk en zeer aanwezige cliënt. Vandaag komt ze echter heel stil binnen en gaat rustig aan een tafeltje zitten.
Wat signaleer je? Welke actie onderneem je?

Slide 29 - Open vraag

Non-verbale communicatie: stil, rustig zitten. 

Interpretatie = er is wat aan de hand

Actie = gesprek aangaan
Je werkt in de gehandicaptenzorg. Vandaag begeleid je Joke. Je helpt haar bij het wassen en aankleden. Tijdens het wassen valt je op dat ze kortademig is, ze lijkt benauwd te zijn. Wat doe je?

Slide 30 - Open vraag

non verbale communicatie: kortademig 

Actie: 
Vragen ( & doorvragen)
Bespreken collega
Huisarts 

Casus 
Tina werkt als zorghulp in verpleeghuis Jaffa. Ze doet dit werk nu al weer drie jaar. Ze is in het verpleeghuis blijven werken nadat ze daar haar stage voor de opleiding medewerker maatschappelijke zorg heeft gedaan. Tina werkt op de afdeling langdurige zorg. Veel van de cliënten op de afdeling van Tina zijn volledig afhankelijk van de zorg die hun wordt geboden. Tina is vanochtend bezig met de persoonlijke verzorging van een cliënt. Mevrouw de Beers is pas opgenomen. Zij heeft een beroerte (CVA) gehad en moet op de douchebrancard worden gewassen.
Mevrouw de Beers kan door haar beroerte niet meer praten en haar wensen duidelijk maken.
Wanneer Tina samen met de stagiaire mevrouw de Beers op de brancard heeft geplaatst en met het wassen is begonnen begint mevrouw heel hard te krijsen. Het is Tina wel duidelijk dat mevrouw het niet prettig vindt dat zij wordt gewassen. Tina ziet echter ook dat er al behoorlijk wat vuil is vastgekoekt. In het haar van mevrouw zitten ook al wat vieze slierten waarin duidelijk resten van eten hebben gezeten. Tina twijfelt wat ze zal doen. Ze weet dat haar collega de vorige keer ook het probleem had. Deze heeft het wassen toen maar zonder te douchen gedaan.
De stagiaire van Tina kijkt ook erg verschrikt bij het doordringende gekrijs van mevrouw de Beers. Een collega komt ook al binnen om te kijken of er soms problemen zijn.
Iedereen is nog geschrokken van het bericht in de krant dat er pas in een ander verpleeghuis een cliënt ernstig is verbrand tijden het douchen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen: 
  1. Welke non-verbale signalen lees je terug? 
  2. Hoe interpreteer je de signalen? 
  3. Welke actie ga je uitzetten? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies