Hoofdstuk 3.3 Geld lenen kost geld!

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 3TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Rekenmachine
- Pen

Slide 2 - Tekstslide

Check 3.1&3.2 ✅
  • Wat is het verschil tussen indirecte en directe ruil
  • Welke geldfuncties zijn er?
  • Welke 2 soorten geld zijn er?
  • Welke 2 manieren van sparen zijn er bij de bank
  • Welke spaarmotieven zijn er?

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 3.3

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag
Na deze les weet/kan je...:




    • Welke leenmotieven er zijn
    • De kosten van een lening berekent
    • Soorten leningen benoemen
    • Waarom een koop op afbetaling ook een lening is

    Slide 5 - Tekstslide

    Leerdoel 1
    Waarom zou jij lenen?

    Slide 6 - Tekstslide

    Leenmotieven
    De 4 belangrijkste redenen om te lenen:
    • Opvangen tijdelijk geldtekort
    • Dure aankoop meteen doen zonder te wachten
    • Geld nodig hebben voor iets belangrijks zonder spaargeld
    • Geld lenen voor een woning (hypothecaire lening)

    Slide 7 - Tekstslide

    Opvangen tijdelijk geldtekort
    Stel, je wasmachine gaat kapot, maar je hebt nu even geen geld om een nieuwe te kopen. Om het probleem snel op te lossen, kun je een klein bedrag lenen en dat later terugbetalen wanneer je salaris binnenkomt. Dit overbrugt het tijdelijke tekort aan geld.

    Slide 8 - Tekstslide

    Dure aankoop niet uitstellen
    Je ziet een laptop in de uitverkoop die je echt nodig hebt voor school, maar je hebt nog niet genoeg gespaard. Door geld te lenen, kun je de laptop meteen kopen en later in termijnen afbetalen.

    Slide 9 - Tekstslide

    Dringend geld nodig en niets achter de hand
    Stel, je auto moet onverwacht gerepareerd worden zodat je naar je werk kunt blijven gaan. De reparatie kost veel geld, en je hebt geen spaargeld om dit te betalen. In dit geval kan een lening helpen om de reparatie meteen te laten uitvoeren.

    Slide 10 - Tekstslide

    Aankoop woning (hypothecaire lening)
    Bij het kopen van een huis heb je vaak een groot bedrag nodig, wat de meeste mensen niet direct beschikbaar hebben. Door een hypotheek te nemen, kun je toch een huis kopen en de lening in de loop van vele jaren terugbetalen.

    Slide 11 - Tekstslide

    Waar of niet waar?

    Slide 12 - Tekstslide

    Leerdoel 2
    Kredietkosten

    Slide 13 - Tekstslide

    Lening = krediet of kredietsom
    - Aflossen: terugbetalen lening

    - Kredietkosten: alles wat je méér terugbetaalt dan de lening (rente + o.a. administratiekosten)

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Tekstslide

    Waar of niet waar?

    Slide 16 - Tekstslide

    Leerdoel 3
    Welke soorten leningen zijn er?

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Video

    Lening aanschaf consumptiegoed = consumptief krediet.

    Kredietvormen:

    1. Persoonlijke lening :
    --> vast aantal termijnen
    --> termijnbedrag blijft gelijk


    2. Salariskrediet
    --> tot maximum bedrag rood staan op betaalrekening

    3. Doorlopend krediet
    --> tot kredietlimiet deels of helemaal lenen
    --> na aflossing bijlenen tot kredietlimiet

    Slide 19 - Tekstslide

    Leerdoel 4
    Gespreid betalen

    Slide 20 - Tekstslide

    Aankoop gespreid betalen
    Aankoop in termijnen betalen = koop op afbetaling

    Je hebt een lening bij de winkelier

    Ook nu betaal je:
    - Maandelijkse termijnen voor rente + aflossing
    - Verschillende looptijden


    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Video

    Check ✅

    Slide 23 - Tekstslide

    Aan de slag met 3.3
    Maak opdrachten 2 t/m 13 op blz. 78

    Klaar?
    Maak de herhalingsopdrachten van 3.3 op blz. 89

    Vragen?
    Steek je hand op, ik kom eraan

    Slide 24 - Tekstslide