Grammaire I

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

> Ik kan de werkwoorden "hebben" en "zijn" toepassen.

> Ik kan de werkwoorden "vertrekken" en "uitgaan" toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui: lundi 9 octobre 2023
> Nous parlons 
> Nous répétons les verbes "être" et "avoir".
> Nous faisons exercice 8

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

> Wat betekenen "être" en "avoir"?
> Wat is zijn de vormen van être en avoir?
> Wat is er aan de hand met être en avoir?
> Wat is het verschil tussen être en avoir en regarder?

Slide 5 - Tekstslide

être = zijn                                       avoir = hebben
Je suis = ik ben                              J'ai = ik heb
Tu es =  jij bent                              Tu as = jij hebt
Il /elle/on est = hij/zij/men is    Il/elle/on a = hij/zij/men heeft
Nous sommes = wij zijn             Nous avons = wij hebben
Vous êtes = u/jullie zijn              Vous avez = u/jullie hebben
Ils sont = zij zijn                            Ils ont = zij hebben
Elles sont = zij zijn                        Elles ont = zij hebben

Slide 6 - Tekstslide

Partir = vertrekken                        Sortir = uitgaan
Je pars = ik vertrek                        Je sors = ik ga uit
Tu pars = jij vertrekt                      Tu sors = jij gaat uit
Il/elle/on part = hij vertrekt         Il/elle/on sort = hij gaat uit
Nous partons = wij vertrekken    Nous sortons = wij gaan uit
Vous partez= jullie/u vertrekt    Vous sortez = jullie/ u gaat uit
Ils partent= zij vertrekken           Ils sortent = zij gaan uit
Elles partent = zij vertrekken     Elles sortent = zij gaan uit

Slide 7 - Tekstslide

Quoi? Maak opdr 8 op blz 17 en 18
Comment? In je boek zelfstandig
Aide? Boek, klasgenoot, docent
Durée? tot 10:05
Fini? Extra blaadjes
Pourquoi? Om te kunnen vertellen in het Frans waar je naartoe gaat.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

> Ik ken de werkwoorden "hebben" en "zijn". 

> Ik kan de werkwoorden "vertrekken" en "uitgaan" toepassen.

Slide 10 - Tekstslide

Aujourd'hui: mercredi 11 octobre 2023
> Nous finissons exercice 8 (10 minutes)
> Nous corrigeons exercice 8 (5 minutes)
> Nous jouons le morpion (25 minutes)


Slide 11 - Tekstslide

Quoi? Maak opdr 8 op blz 17 en 18
Comment? In je boek 
Aide? Boek, klasgenoot, docent
Durée? 10 minuten
Fini? Extra blaadjes
Pourquoi? Om te oefenen met de werkwoorden "zijn" en "hebben" en de regelmatige werkwoorden op -er.

Slide 12 - Tekstslide

Exercice 8A

1 Wij vertrekken met een goed humeur!
 Eindelijk stappen we uit de auto.
2 –
3 1 tu sors
 2 nous partons
 3 mon grand frère sort
 4 je sors
 5 ils partent
 6 vous partez
 7 il part
 8 elles sortent

Exercice 8B

A 1 part
 2 partent
 3 pars
 4 partez
B 1 sort – komt uit/verschijnt
 2 sortons – verlaten
 3 sors – stapt uit
 4 sortent


Exercice 8C

1 mes amis / copines partent
2 Nous partons / on part
3 je sors
4 il part
5 elle sort
6 Vous sortez
7 le bus part
8 Nous sortons

timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Exercice 8D

1 Non, je pars l’après-midi.
2 Non, elle sort avec Maxime.
3 Non, je pars / nous partons en France.
4 Non, ils sortent vendredi.
5 Non, il part à seize heures et demie.

Exercice 8E – Révision

1 suis
2 a
3 sont
4 êtes
5 ont
6 avons
7 a été
8 a eu


timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Quoi? Boter-kaas-eieren
Comment? Op het bord
Aide? Geen hulp
Durée? Tot de eerste 3 op een rij heeft.

Pourquoi? Om te oefenen met de werkwoorden "zijn" en "hebben" en de regelmatige werkwoorden op -er.

Slide 15 - Tekstslide

Groep 1:
Mike
Evy
Louise
Max
Lucas
Bram

Groep 2:
Benjamin
Yasmine
Tobin
Koosje
Rosanne
Twan
Groep 3:
Dieke
Milan
Jorinde
Dana
Emine
Luuk Molenaar
Groep 4:
Melanie
Soraya
Suus
Isa
Evie
Ga per groep als een rij achter het nummer staan

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werkt le Morpion?
1) De voorste in de rij loopt naar het bord (met stift).
2) Die kiest een plek op het speelveld.
3) Om de plek te winnen, vervoeg je het woord.
4) De speler loopt terug en geeft de stift aan de voorste in zijn rij.
5) De speler sluit weer achterin de rij.

Slide 17 - Tekstslide