TL4 11.3 je lijkt op...

H11.3 - Je lijkt op 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H11.3 - Je lijkt op 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt de volgende begrippen beschrijven en in opdrachten gebruiken: dominant gen, recessief gen, intermediair, homozygoot en heterozygoot
  • Je kunt conclusies trekken uit gegevens bij kruisingen over het genotype en fenotype van ouders en/of hun directe nakomelingen. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
A
22
B
23
C
46
D
47

Slide 3 - Quizvraag

De chromosomen in een geslachtscel komen...
A
voor in paren
B
enkelvoudig voor

Slide 4 - Quizvraag

Mitose is
A
gewone celdeling
B
deling van de geslachtscellen

Slide 5 - Quizvraag

11.3
Genotype(geslachtelijke voortplanting)
Homozygoot (AA of aa) & heterozygoot (Aa)
Dominant (A) of recessief (a)

1 eigenschap wordt altijd aangegeven met 1 letter.  
Door homozygoot,heterozygoot, dominant en recessief ontstaat variatie.



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Homozygoot of heterozygoot
  • Homozygoot   => twee dezelfde genen
  •  => AA --> homozygoot dominant
  •   => aa -->  homozygoot recessief

  • Heterozygoot => twee verschillende genen
  •   => Aa   => je ziet de dominante eigenschap

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

homozygoot / heterozygoot

Slide 13 - Tekstslide

Homozygoot en heterozygoot

Slide 14 - Tekstslide

Charlie - haarkleur
Genotype:
Bb
Fenotype:
Bruin haar

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

genen en allelen     (allel)

Slide 28 - Tekstslide

rekenen
allelen zijn de som en genen is de uitkomst

Slide 29 - Tekstslide

Kruisschema
Hiermee kun je de kans op een feno of genotype bepalen


Slide 30 - Tekstslide

Een kruissingsschema maken

Een vader heeft bruine ogen en een moeder heeft bruine ogen. Ze hebben 4 kinderen. 1 heeft blauwe ogen  en 3 hebben bruine ogen. Laat a.d.h.v. een kruisingsschema zien welke genen de vader en de moeder hebben.

1. Schrijf de erfelijke eigenschappen op.

2. Noteer welke eigenschap dominant is.

3. Noteer welke eigenschap recessief is.

4. Noteer de geslachtscellen die gevormd kunnen worden bij vader en moeder

5. Vul het kruisschema in.

Slide 31 - Tekstslide

uitkomst
Bruin=dominant (B)
blauw=recesief (b)
vader/moeder
B
b
B
BB
Bb
b
Bb
bb

Slide 32 - Tekstslide

Homozygoot 
recessief 

Wat kan je zeggen over de allelen van de broer en zus?

Slide 33 - Tekstslide

berekenen allel oorlel
de opa en oma zijn beide homozygoot en opa heeft oorlellen en oma niet. Hun zoon trouwt met een heterozygote vrouw. Ze krijgen 4 kinderen. Laat in een kruisingsschema zien welke allelen de kinderen erven

Wel oorlel: R        Geen oorlel:r

Slide 34 - Tekstslide

25% - 50% - 25%
M\V
R
r
R
RR
Rr
r
Rr
rr

Slide 35 - Tekstslide

Intermediar 

Slide 36 - Tekstslide

intermediaire kruisingstabel
Niet meer 1 letter, maar 2....
hen is homozygoot en kip ook. Hen is zwart, kip is wit.

Hoeveel procent nakomelingen is zwart of wit?

1 van de kuikens krijgt bij een grijze hen kuikens. Hoeveel zijn er zwart,wit of grijs?

Slide 37 - Tekstslide

uitkomst
A
                                                                                                            0% wit
                                                                                                            0% zwart

                                                                                                            25%  wit
B                                                                                                          25% zwart
                                                                                                             50% grijs
Hen/kip
Vw
Vw
Vz
VzVw
VzVw
Vz
VzVw
VzVw
hen/kip
Vz
Vw
Vz
VzVz
VzVw
Vw
VwVz
VwVw

Slide 38 - Tekstslide

Wie snapt dit het beste?
we gaan een kahoot doen. De winnaar wint chocolade eitjes

Slide 39 - Tekstslide