Herhalingsles hoofdstuk 4 Seksualiteit
1 / 31
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vragen over de paragrafen voordat we gaan oefenen?
Slide 2 - Woordweb
wat was belangrijk?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
De periode waarin alle lichamelijke veranderingen plaatsvinden noem je...........
A
De groeispurt
B
De groeitijd
C
De puberteit
D
De volwassenheid
Slide 5 - Quizvraag
Heeft een kleuter van 5 jaar secundaire geslachtskenmerken?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Noem een primair geslachtskenmerk bij een man
Slide 7 - Open vraag
In de afbeelding is een secundair geslachtskenmerk van een man te zien.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Noem een secundair geslachtskenmerk bij een vrouw
Slide 9 - Open vraag
Lichaamsbeharing, brede heupen, borstgroei en een lagere stem zijn voorbeelden van
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en Secundaire gesalchtskenmerken
D
Geen van alle
Slide 10 - Quizvraag
Primaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Zijn primaire geslachtskenmerken bij de geboorte aanwezig?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Hiernaast zie je een schematische afbeelding van het geslachtsorgaan van een man.
Sleep de naam van het onderdeel naar de juiste plek.
Zaadleider
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Bijbal
Zaadbal
Urinebuis
Slide 13 - Sleepvraag
Bestaat sperma uit zaadcellen en vocht uit de zaadleiders?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Van welk type geslachtcellen worden er het meest geproduceerd?
A
zaadcellen
B
eicellen
Slide 15 - Quizvraag
Worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen in de bijballen?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Wat is waar over het maagdenvlies?
A
Als je dit niet hebt, heb je al eens seks gehad
B
Het is een vlies over de vagina
C
Het is een randje weefsel aan het begin van de vagina
Slide 17 - Quizvraag
Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
In de zaadblaasjes
B
In de baarmoeder
C
In de teelballen
D
In de bijballen
Slide 18 - Quizvraag
Door welk onderdeel van de penis krijgt een man een erectie?
A
Zwellingslichaam
B
de Eikel
C
Urinebuis
D
Voorhuid
Slide 19 - Quizvraag
4
Hieronder zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw.
Sleep de naam van het onderdeel naar de juiste plek.
Vagina
Blaas
Urineleider
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
Slide 20 - Sleepvraag
Hoe lang duurt een normale menstruatiecyclus?
A
26 dagen
B
28 dagen
C
1 maand
D
42 dagen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de functie van de clitoris?
A
Dit deel produceert slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt
B
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot een orgasme
C
In dit deel vindt bevruchting plaats
D
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Slide 22 - Quizvraag
Eicellen kunnen zich bewegen met een zweepstaart?
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Komt er bij de ovulatie een eicel vrij uit een eierstok?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
Tijdens de menstruatie wordt het slijmvlies van de baarmoeder dikker/ dunner .
A
dikker
B
dunner
Slide 25 - Quizvraag
Door hoeveel zaadcellen kan een eicel bevrucht worden?
Slide 26 - Open vraag
Soms heeft iemand het gevoel in een verkeerd lichaam te zijn geboren: hoe wordt dit genoemd?
A
homoseksueel
B
homofoob
C
travestiet
D
transgender
Slide 27 - Quizvraag
Zijn er nog vragen over het hoofdstuk na het oefenen?
Slide 28 - Woordweb
Welke paragraaf of welke dingen moet je nog goed oefenen?
