Voorlichting en preventie week 5

Laatste les
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Laatste les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij afgelopen week voorlichting gegeven? Zo ja, waarover?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire preventie 
Secundaire preventie
Tertiaire preventie
Hielprik bij baby's
gebruik condoom
Pijnbestrijding
Stervensbegeleiding
Uitstrijkje
Vaccinatie

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar? (in het kader van valpreventie)
A
Je past preventieve interventie toe als er een kans bestaat dat de patiënt risicogedrag kan gaan vertonen, maar nog geen symptomen vertoont
B
Bij preventieve interventie hoef je niet multidisciplinair (verpleegkundige, arts en/of andere betrokken zorgprofessionals) te besluiten welke preventieve interventies passend zijn.
C
Bij het toepassen van een alternatieve interventie wordt de patiënt vaak in zijn (bewegings)vrijheid beperkt.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsonderzoek is een vorm van ...
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door tertiaire preventie bevorder je dat de ziekte verergert of dat er complicaties optreden
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Door tertiaire preventie kun je voorkómen dat de ziekte verergert of dat er complicaties optreden
Wat is een ethisch dilemma?
A
Een situatie waarbij iemand verschillende keuzes tot handelen heeft die altijd verschillende waarden bevat.
B
Een situatie waarbij onwenselijke situaties zorgen voor verschillende meningen.
C
Een situatie waarbij iemand een andere mening heeft waardoor er een ruzie ontstaat.
D
Een situatie waarbij iemand maar één keuze tot handelen had, met een onderliggende waarde.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een beroepscode?
A
Eigenschappen en gedrag waarvoor iemand in zijn beroep dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen.
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vindt.
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen.
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie: geef een emoji voor deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies