In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
§3 Druk: hogedrukgebied en lagedrukgebied
Slide 1 - Tekstslide
Lage- en hogedrukgebieden
Slide 2 - Tekstslide
Algemene regels
Warme lucht (lage druk) stijgt op
Lucht stroomt altijd van hoge naar lage druk
Schrijf op!!
Slide 3 - Tekstslide
Waar in het plaatje is het warm?
Slide 4 - Tekstslide
Teken de luchtcirculatie tussen de evenaar en de polen
Slide 5 - Tekstslide
Wet van Buys Ballot (corioliseffect)
Vul aan:
Wind waait altijd van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied. Hierbij heeft de wind een afwijking doordat de aarde draait
Op het zuidelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar links
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
De leerling kan het begrip luchtdruk uitleggen.
De leerling kan uitleggen hoe luchtdruk gemeten wordt.
De leerling kan de kenmerken van het weer bij hoge en lage luchtdruk verklaren.
De leerling kan de windrichting op aarde uitleggen.
Blz. 10 in het stencil
Slide 7 - Tekstslide
De atmosfeer
Een oceaan van lucht die drukt op het aardoppervlak.
→ zwaartekracht trekt luchtmolecules naar de aarde.
Blz. 10 in het stencil
Slide 8 - Tekstslide
Luchtdruk
Lucht weegt niet veel, 1 liter lucht weegt 1,3 gram. Een luchtkolom in de atmosfeer heeft een gewicht en veroorzaakt daardoor een druk op het aardoppervlak. dit noem je luchtdruk
Blz. 10 in het stencil
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Lage- en hogedrukgebieden
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Hogedrukgebied - Maximum (+)
Gebieden met veel luchtdeeltjes
Formatie: Lage temperaturen
Weer:
Zomer:
hoge temperaturen + droog
Winter:
Lage temperaturen + droog
Blz. 10 in het stencil
Slide 13 - Tekstslide
Algemene regels
Warme lucht (lage druk) stijgt op
Lucht stroomt altijd van hoge naar lage druk
Schrijf op!!
Slide 14 - Tekstslide
Hogedrukgebied - minimum (-)
Gebieden met weinig luchtdeeltjes
Formatie: hoge temperaturen + botsende winden
Zomer:
hoge temperaturen + vochtig/regen
Winter:
zachte winter + sneeuw/hagel
Blz. 10 in het stencil
Slide 15 - Tekstslide
Evenwicht op aarde
Om in evenwicht te blijven bewegen luchtmoleculen uit het hoge drukgebied naar het lage druk gebied. Deze beweging noemen we wind.
Blz. 10 in het stencil
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Terugblik
Neem een leeg A4 voor je en teken de luchtcellen horizontaal, waarbij links de noordpool is rechts de zuidpool en het midden de evenaar.
Stijgende lucht zorgt voor een lagedrukgebied, waar dalende lucht voor een hogedrukgebied zorgt. Noteer bij de luchtcellen een L wanneer er een lagedrukgebied is en een H bij hogedrukgebieden.
Teken het te verwachte weerstype bij elke L en H.
Leg uit waarom het in de tropen zo veel regent. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Hoe ontstaat wind? Je redenering moet de begrippen lagedrukgebied en hogedrukgebied bevatten.
Blz. 10 in het stencil
Slide 18 - Tekstslide
Terugblik - antwoord
Blz. 10 in het stencil
Slide 19 - Tekstslide
Terugblik
4 - Het is er warm, de lucht zet daardoor uit en stijgt op (lagedrukgebied), bij het opstijgen koelt de lucht af (oorzaak), koude lucht kan minder vocht vasthouden, waterdamp gaat condenseren, er ontstaan wolken en uiteindelijk gaat het regenen (gevolg).
5 - Lucht waait van hoge naar lage druk. De lucht die in een lagedrukgebied naar boven toe verdwijnt, moet onder worden aangevuld, terwijl de lucht die in een hogedrukgebied van boven komt, onder moet worden afgevoerd.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.