Betekenis van werk en arbeidsomstandigheden

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les kun jij...
- vertellen wat het woord werk betekent.
- de 5 basisbehoeften van mensen opnoemen.
- vertellen hoe werk de verschillende basisbehoeften kan vervullen.
- vertellen welke dingen je status bepalen
Wat gaan we doen?
- Uitleg
- Aan het werk in je boek
- Afsluiting: een aantal controlevragen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waarom werken mensen?
Natuurlijk werken mensen om geld te verdienen, maar er zijn andere redenen waarom mensen werken. Deze redenen hebben te maken met de 5 basisbehoeften die mensen hebben:
1 De eerste levensbehoeften
2 veiligheid en zekerheid
3 sociale behoeften
4 erkenning en waardering
5 zelfontwikkeling

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Status
wordt bepaald door:

  • Kennis en vaardigheden 
  • Macht en verantwoordelijkheid 
  • Inkomen  

Slide 11 - Tekstslide

Maken
H1 vraag 9, 10, 11, 13 en 14

Slide 12 - Tekstslide

Eten en drinken hoort bij
A
De eerste levensbehoeften
B
Zekerheid
C
Sociale acceptatie
D
Waardering

Slide 13 - Quizvraag

Gezondheid hoort bij...
A
De eerste levensbehoeften
B
Zekerheid
C
Sociale acceptatie
D
Waardering

Slide 14 - Quizvraag

Creativiteit hoort bij
A
Sociale acceptatie
B
Zekerheid
C
Waardering
D
Zelfontplooiing

Slide 15 - Quizvraag

Succes hoort bij
A
Sociale acceptatie
B
Zekerheid
C
Waardering
D
Zelfontplooiing

Slide 16 - Quizvraag

Je status wordt niet bepaald door je
A
diploma's
B
inkomen
C
verantwoordelijkheid
D
aantal gewerkte uren

Slide 17 - Quizvraag

Weet je nog, vorige les?
- Welke drie dingen bepalen de status van een beroep?


- Welke redenen hebben mensen om te werken? (denk aan de piramide van Maslow)

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je...

Vertellen door welke drie dingen je capaciteiten worden bepaald.
Benoemen wat de voordelen en nadelen van zwart werken zijn.
Uitleggen wanneer je recht hebt op inkomen.
Wat gaan we doen?
Uitleg van 1.2
Maken vraag 9, 10, 14, 16, 18, 19.
Nakijken!
Afsluiting

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Zwart werken
Twee voordelen                                                                       Twee nadelen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen bruto en nettoloon?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Het geld dat je elke maand op je bankrekening krijgt als je in loondienst werkt, is je ...
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 44 - Quizvraag

Waar gaat de Arbowet niet over
A
Gezondheid
B
Inkomen
C
Veiligheid
D
Welzijn

Slide 45 - Quizvraag

Wie controleert of je baas zich aan de Arbowet houdt?
A
De politie-inspecteur
B
De arbeidsinspectie
C
De werknemers
D
De arbeidsadviseur

Slide 46 - Quizvraag

Maken
H2 vraag 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16 
Als je klaar bent, ga je nakijken.

Slide 47 - Tekstslide