Vitale functies

Vitale functies
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitale functies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn vitale functies

Slide 2 - Woordweb

De vitale functies van de mens zijn de lichaamsfuncties die de mens in leven houden
De vitale functies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag
De hartslag wordt op drie punten beoordeeld:  

• frequentie; 

• regelmaat; 

• kracht.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag
De frequentie van de hartslag wordt o.a. beïnvloed door:  
• leeftijd; 
• geslacht; 
• lichaamsbeweging





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag
Mannen hebben over het algemeen een lagere hartfrequentie dan vrouwen.  

Bij lichaamsbeweging heeft het lichaam meer zuurstof nodig. 
Om de aanvoer van zuurstof toe te laten nemen is een hogere hartfrequentie nodig.

Wanneer nemen we de pols op?
Hartafwijkingen, medicijnen, hersenaandoening

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelen frequentie hartslag 
Een hartfrequentie van minder dan 60 slagen per minuut wordt een bradycardie genoemd. 
Symptomen: Duizeligheid, vermoeidheid,  neiging tot flauwvallen


Wanneer de hartfrequentie meer dan 100 slagen per minuut bedraagt, wordt dit een tachycardie genoemd.
Symptomen: kortademig, plotselinge zwakte,
 drukkend gevoel op de borst,  visusklachten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelen frequentie hartslag 
De hartfrequentie wordt uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut. 
De normaalwaarde  tussen de 60 en 100 slagen per minuut. 

Van invloed op de frequentie:​
​emoties​
koorts (bij een temperatuurstijging van 1 °C neemt de hartfrequentie met acht tot twaalf slagen toe)​
bloedingen​
hartafwijkingen​
bepaald medicijngebruik






Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je de hartslag voelen?
Altijd een slagader

De arterie is het best voelbaar wanneer deze vlak onder de huid loopt over een harde ondergrond( bot of weefsel)​


Regulair​


Irregulair

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag meten
Golfbeweging van het bloed in de arteriën​


Met 2 of 3 vingertoppen tegendruk te geven op arteriewand (niet duim)​

Arteriën die dicht aan de oppervlakte van de huid liggen ​

Arteriën die tegen een harde onderlaag als bot of spieren aan liggen





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het tellen van de pols doe je bij​ 

Voorkeur bij de pols.​

Met je tweede ,derde en vierde vinger. Niet​
Met de duim.​

15 seconde (x4) bij een regelmatige hartslag​
30 sec/ 60 seconde bij een onregelmatige hartslag






Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hartslag in actie  BPM= *Beats per minute"

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartoverslag
Een overslag is een krachtige hartklopping die aanvoelt als een slag op de grote trom. Meestal is een overslag onschuldig.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling observeren
Zorgvragers met een stoornis of een te verwachten stoornis van de ademhaling

Slide 16 - Tekstslide

Het ademhalingscentrum, dat ligt in het verlengde merg, regelt de ademhaling.
Normaal verloopt de ademhaling automatisch. Wel kun je de ademhaling tot op zekere hoogte beïnvloeden. Je kunt sneller of langzamer, dieper of minder diep ademen. Ook is het mogelijk je adem een tijdje in te houden

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkende ademhaling
Kussmall – ademhaling:
Regelmatige diepe ademhaling.
Komt voor bij bewusteloosheid door een verhoogde bloedsuikerspiegel

Cheyne – stokes – ademhaling:
Onregelmatige en ongelijkmatige ademhaling
Het is een in diepte toenemende ademhaling, die geleidelijk oppervlakkiger wordt, waarnaar een korte of langere adampauze volgt.
Dit beeld zie je vaak bij mensen die op sterven liggen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk meten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van bloeddruk meten bij welke indicatie?
  • Wordt gedaan als onderdeel van keuringen
  • Zwangerschapscontroles
  • Geeft zicht op de toestand van de zorgvrager
  • Ter controle van een behandeling van hypertensie
  • Na operaties ( daling van de bloeddruk kan wijzen op een inwendige bloeding
  • Geeft informatie over conditie hart en bloedvaten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk meten, Riva Rocci (RR)
Wat is een andere benaming voor bloeddruk meten?​


Wat meet je bij het meten van de bloeddruk?​
De druk die uitgeoefend wordt op de vaten. Is afhankelijk van de kracht waarmee het hart het bloed de vaten inpompt.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk meten ausculatoir

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Normale bloeddruk

Een normale gemiddelde bloeddruk is bij: ​

oudere zorgvragers: 160/90 mmHg​
volwassenen: 120/80 mmHg​
kinderen: 110/60 mmHg​
baby’s: 90/60 mmHg​

Hypertensie nadat 3-5 metingen te hoog zijn​





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft invloed op de bloeddruk


Of een gemeten bloeddruk normaal is, hangt onder meer af van:​
Leeftijd​
emotionele toestand​
Koorts​
bloedverlies. 




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als het meten niet lukt?
Manchet zit te los​

Verkeerde plek om te luisteren​
Is de stethoscoop in orde

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra-indicaties;
Er wordt geen bloeddruk gemeten aan: 

  • een gewonde of oedemateuze arm;
  • een verlamde arm (bijv. bij CVA);
  • een arm waar een infuus inzit;
  • een arm waar een okseltoilet is uitgevoerd.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

meten van de temperatuur
Normale lichaamstemperatuur tussen 36,5 °C en 37,5 °

Ondertemperatuur (hypothermie)  onder 36,1 °C

Verhoging (subfebriele temperatuur)  tussen 37,5 °C en 38 °C

Koorts 38 °C en hoger 

Overtemperatuur (hyperthermie) boven 41 °C

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rectale temperatuurmeting
Meest betrouwbare meting
Rectale temperatuur controle niet bij;

  • Recente operatie aan het rectum of prostaat;
  • verwondingen aan het rectum of perineum.
  • Voorzichtigheid is geboden bij:
  •   diarree
  •  aambeien.
.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tympanische tempcontrole= oor
Gebruik voor iedere meting een schoon lensdopje.

Meet niet in het oor waarop gelegen is.

In geval van afwijkende meting, de meting na 5 minuten herhalen.

Indien een exacte temperatuurmeting noodzakelijk is, dan temperatuur opnemen met behulp van een rectaal thermometer.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Axillair
  • onder de oksel
  • diep plaatsen
  • arm goed dichthouden

+ gebruiksvriendelijk
-niet veel gebruikt
- minder nauwkeurig

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Vier groepjes
Gaan naar 4 verschillende breakout rooms
20 minuten de tijd
Zoek samen de antwoorden op de vragen
Werk deze uit zodat ik ze in de presentatie kan zetten na de les
Presenteer de antwoorden aan de klas

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bloeddruk
- Zoek het protocol bloeddruk meten
- Wat zijn aandachtspunten?
-Wat is een goede bloeddruk?
-Noem 3 oorzaken lage bloeddruk
-Noem 3 oorzaken hoge bloeddruk

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Ademhaling
-Zoek het protocol ademhaling tellen
-Wat zijn aandachtspunten?
Wat  is een normale ademhaling?
Wat is :
Kussmaul ademhaling
Cheyne stokes ademaling
Hyperventilatie
Apneu
Tachypneu
Benoem wat er aan de hand zou kunnen zijn bij deze ademalingen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht temperatuur meten
-zoek het protocol temperatuur meten op
- Welke manier van temperatuur meten zijn er?
-Wat zijn de aandachtspunten?
-Wanneer is temperatuur afwijkend en hoe noem je dat?
-Wat kunnen oorzaken zijn van een afwijkende temperatuur?
-Weke methode gebruik je bij welke doelgroep?



Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Pols tellen
- Zoek het protocol op van de pols tellen
-Wat is de hartslag?
-Waarom tel je de hartslag?
-Wat zijn aandachtspunten bij pols tellen?
-Wanneer tel je de hartslag?
-Wat is een normale frequentie?
Wat is een tachycardie?
Wat is een bradycardie?
Wat kan er aan de hand zijn?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies