1D donderdag 9 april - Bijzondere meervoudsvormen

Dinsdag 13 april - les 77
Onderwerp: bijzondere meervoudsvormen


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dinsdag 13 april - les 77
Onderwerp: bijzondere meervoudsvormen


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
  • Even opwarmen: paar quizzvraagjes
  • Uitleg les 77 - bijzondere meervoudsvormen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het meervoud?
A
machine
B
machientjes
C
machines

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het meervoud ?
A
aapen
B
aapjes
C
apen
D
appen

Slide 4 - Quizvraag

6. meervouden

Wat is het meervoud van idee?
timer
0:30
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meervoud?
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 6 - Quizvraag

Het meervoud van technicus is:
A
technicussen
B
technici

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud
Jullie hebben in les 22 al geleerd over meervoud. 
Meestal komt er -en achter, en soms een -s of 's.
paard - paarden
kaars- kaarsen, maar ook: laars - laarzen
keuken-keukens
oma- oma's (bij de klinkers -a, -i, -o, -u, -y) --> want anders staat er omas en dat spreek je dan verkeerd uit!

Slide 8 - Tekstslide

Maar er is meer....
De regels die jullie al kennen zijn redelijk simpel. Maar er zijn meer regels die je moet onthouden om meervoud goed te spellen. Hier gaat les 77 over. 

LESDOEL: Na deze les kan ik vertellen dat sommige woorden een bijzonder meervoud hebben en hoe ik ze moet schrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Lesafsluiting
Gedaan: uitleg bijzondere meervoudsvormen
 
Geleerd: dat er veel regels voor meervoudsvormen zijn. Let dus op de klemtoon, verandering van klank en of het eindigt op 'icus' of 'um'. 


Slide 24 - Tekstslide