6.3 de jaren zestig

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H6: Nederland en Europa na 1945

6.3: De jaren 60

Leerdoelen

1. Je kunt voorbeelden van de toenemende pluriformiteit vanaf de jaren zestig beschrijven.

2. Je kunt uitleggen wat een consumptiemaatschappij is.

Wat weet je nog
van de vorige les?

De eerste jaren na de oorlog stonden in het teken van wederopbouw. Hierna ontstond er enorme economische groei! Er was een groot tekort aan arbeiders. 

Deze gastarbeiders kwamen vooral uit Spanje, Italië, Turkije en Marokko. Het idee was dat zij na een tijdje weer terug zouden gaan. Maar veel mensen bleven en lieten hun gezin overkomen. 

Gastarbeiders

Multiculturele samenleving

Gastarbeiders en gezinnen namen hun cultuur en religie mee. Dit werd in Nederland geaccepteerd. 

Vanaf 1975 kwamen er ook veel mensen vanuit Suriname naar Nederland. Langzaam ontstond een multiculturele samenleving.  

De laatste jaren maken steeds meer mensen in Nederland zich zorgen over de Nederlandse identiteit.

Waardoor wordt de toenemende bezorgdheid over de Nederlandse identiteit veroorzaakt?

1. door de discussie over de verzorgingsstaat en door de gelijkschakeling
2. door de gelijkschakeling en door de multiculturele samenleving
3. door de multiculturele samenleving en door de uitbreiding van de macht van de Europese Unie
4. door de uitbreiding van de macht van de Europese Unie en door de discussie over de verzorgingsstaat

1950-2000 aantal immigranten x 1.000

Indonesië wordt onafhankelijk

Overheid werft gastarbeiders uit Griekenland, Marokko, Joegoslavië en Tunesië

Overheid werft gastarbeiders uit Italië, Spanje, Portugal, Turkije

Gezinshereniging met name Turken en Marokkanen

Gezinsvorming met name Turken en Marokkanen

Suriname wordt onafhankelijk

Vluchtelingen met name uit Azië en Afrika

Consumptiemaatschappij

Na de wederopbouw ging het vooral goed met Nederland. Er was genoeg welvaart en werk. 

Er kwamen nieuwe producten en luxegoederen (denk aan tv, auto, vaatwasser etc.) werden steeds normaler. 

Nederland werd een consumtiemaatschappij, waarbij reclame steeds meer mensen moest verleiden dingen te kopen. 

Wat merk jij zelf van
de consumtiemaatschappij?

Boodschappenlijstje!

Beschrijf wat echt niet vergeten mag worden van deze les: 

Werktijd

STAP 1

STAP 2

Klaar? 

Maak 6.3: De jaren 60 opdr. 1a - 10f

Hoe?

• Zelfstandig werken
• Vraag? Steek je vinger op!

Even wat voor jezelf

Nakijken via Tijd voor GS. 

H6: Nederland en Europa na 1945

6.3: De jaren 60

Leerdoelen

1. Je kunt twee voorbeelden van de jongerencultuur noemen en beschrijven.

2. Je kunt de vrouwenemancipatie in de jaren zestig en zeventig beschrijven.

Jongerencultuur

De nieuwe welvaart leidde tot grote sociale veranderingen. Er kwam een grote kloof tussen ouders en kinderen. Jongeren konden voor het eerst eigen geld uitgeven aan kleding, muziek, brommers etc. De nozems waren de eerste jongeren met een eigen jongerencultuur. 

Provo's

Sommige jongeren kregen kritiek op de consumptiemaatschappij, hun ouders en het gezag. 

Jongeren wilden dat er naar hun mening werd geluisterd. Een groep studenten onder de naam provo liet bij demonstraties en acties een proteststem horen. 

In de jaren 60 was er ook meer vrouwenemancipatie. 

• Gelijke salarissen
• Abortus
• Kinderopvang

Hiervoor hadden vrouwen nauwelijks rechten en waren ze zelfs handelingsonbekwaam. 

Feministische golf

Hoe goed beheers jij nu de leerdoelen?

1 vinger: totaal niet.

2 vingers: een klein beetje

3 vingers: voldoende. 

4 vingers: goed

5 vingers: zeer goed!

1. Je kunt voorbeelden van de toenemende pluriformiteit vanaf de jaren zestig beschrijven.

2. Je kunt uitleggen wat een consumptiemaatschappij is.

3. Je kunt twee voorbeelden van de jongerencultuur noemen en beschrijven.

4. Je kunt de vrouwenemancipatie in de jaren zestig en zeventig beschrijven.

Werktijd

STAP 1

STAP 2

Klaar? 

Maak 6.3: opdr. 11a - 19d

Hoe?

• Zelfstandig werken
• Vraag? Steek je vinger op!

Nakijken via tijd voor GS

Even wat voor jezelf 

1: Er kwamen veel / weinig gastarbeiders naar Nederland

2: Het werk wat de gastarbeiders moesten doen was erg zwaar / licht. 

Welke woorden moeten er in de zinnen staan? 

1. 1 = veel 2 = zwaar
2. 1 = veel 2 = licht
3. 1 = weinig 2 = zwaar
4. 1 = weinig 2 = licht