In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
proefwerk thema 5
stevigheid en beweging
Stevigheid en
beweging: B1 en B2
Slide 1 - Tekstslide
Waaruit bestaan botten?
A
Lijmstof
B
Kalk en kraakbeen
C
Kraakbeen
D
Kalk en lijmstof
Slide 2 - Quizvraag
Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen
Slide 3 - Quizvraag
Welk bot is hier gebroken?
A
Het opperarmbeen
B
De bovenarm
C
De schouder
D
Het sleutelbeen
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet bot nr 6?
A
Opperbeen
B
Heupbeen
C
Dijbeen
D
Scheenbeen
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heet het groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad
Slide 6 - Quizvraag
Zet de botten op de juiste plek
Schedel
Heupbeen
Schouderblad
Scheenbeen
Ruggewervel
Knieschijf
Dijbeen
Ribben
Slide 7 - Sleepvraag
Kraakbeenweefsel of botweefsel?
kraakbeen
kraakbeen
bot
bot
bot
Slide 8 - Sleepvraag
Kraakbeen weefsel
Been/bot weefsel
Slide 9 - Sleepvraag
Zit er in de botten van baby's meer kalk?
A
Ja, meer kalk
B
Nee, meer lijmstof
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de naam van dit bot?
A
rib
B
schouderblad
C
borstbeen
D
sleutelbeen
Slide 11 - Quizvraag
Welk bot is dit?
A
Kuitbeen
B
Scheenbeen
C
Dijbeen
D
Hielbeen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het langste bot in je lichaam?
A
opperarmbeen
B
dijbeen
C
kuitbeen
D
scheenbeen
Slide 13 - Quizvraag
Van twee varkens wordt bepaald hoeveel collageen (lijmstof) een rib bevat. De rib van varken 1 bevat veel meer lijmstof dan de rib van varken 2. Welk varken is het jongst?
A
Varken 1
B
Varken 2
Slide 14 - Quizvraag
In beenweefsel komen kalkzouten en collageen (lijmstof) voor.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Kalkzouten zorgen voor de buigzaamheid van beenweefsel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
In een botje dat in verdund zoutzuur heeft gelegen, komen geen kalkzouten meer voor.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Welke van de vier antwoorden is juist?
A
4 = voorhoofdsbeen;
9 = wiggenbeen
B
5 = wandbeen;
6 = neusbeen
C
7 = slaapbeen;
9 = jukbeen
D
5 = achterhoofdsbeen;
1 = bovenkaak
Slide 18 - Quizvraag
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 19 - Quizvraag
Tot welke beenderengroep behoort het hielbeen? En het heiligbeen?
A
Het hielbeen behoort tot de voetwortelbeentjes en het heiligbeen tot de bekkengordel.
B
Het hielbeen behoort tot de middenvoetsbeentjes en het heiligbeen tot de bekkengordel.
C
Het hielbeen behoort tot de voetwortelbeentjes en het heiligbeen tot de borstwervels.
D
Het hielbeen behoort tot de middenvoetsbeentjes en het heiligbeen tot de borstwervels.
Slide 20 - Quizvraag
Welk type weefsel zie je op de afbeelding?
A
kraakbeenweefsel
B
lijmstofweefsel
C
kalkweefsel
D
botweefsel
Slide 21 - Quizvraag
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen
Slide 22 - Quizvraag
Verbind de juiste namen aan de nummers.
Je hoeft niet alle namen te gebruiken.
heiligbeen
sleutelbeen
borstwervels
borstbeen
schouderblad
lendenwervels
halswervels
staartbeen
beenwervels
Slide 23 - Sleepvraag
Dit was de toets. Kijk alles nog eens goed na!
Klik dan op het kruisje rechts onderin en lever je toets in.