1. Je kunt de drie verschillende steunweefsels benoemen
2. Je kunt uitleggen hoe beenweefsel en kraakbeenweefsel zijn opgebouwd.
3. Je kunt benoemen dat botten uit twee soorten beenweefsel zijn opgebouwd.
4. Je kunt uitleggen wat er verandert aan beenweefsel en kraakbeenweefsel vanaf de geboorte.
5. Je kunt voorbeelden geven waar been-, kraakbeen- en bindweefsel zich in het lichaam bevinden en uitleggen welke functie het heeft op die plaatsen.