les 13 - 11 december 2024

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

les 13 - 11 december 2024

Aujourd'hui c'est mercredi 11 décembre 

Présence

tout le monde est présent?

Au programme:

- correction des devoirs

- révision

- les devoirs

les buts:

- Je weet wat je moet leren voor de toets

- Je kunt informatie vinden in korte teksten. (A2)

 

  

.

révision

- bijvoeglijk naamwoord (2x)

- werkwoorden -re (NF - présent)

- werkwoorden -re (NF - passé composé)

- antwoord geven op vraag (FF)

- woordenschat (NF)

- woordenschat (FN)

A- bijvoeglijk naamwoord (FF- plaats + vorm)

1. une ... blogueuse ... (bon)
2.  des ... filles ... (italien)
3. un ... livre ... (vieux)
4. des ... mères ... (heureux)
5. une ... personne ... (sportif)

B- bijvoeglijk naamwoord (NF)

1. een Franse Youtuber
2.  zijn laatste video
3. een oude grijze tas
4. mooie dingen
5. een actief persoon

C- werkwoorden -re (NF - présent)

1. wij verkopen
2.  jij verliest
3. zij wacht
4. jullie antwoorden
5. ik hoor

D- werkwoorden -re (NF - passé composé)

1. wij hebben gewacht
2.  ik heb geantwoord
3. zij (m mv) hebben verkocht
4. u heeft gehoord
5. jij hebt verloren

E- antwoord geven op vraag (FF)

1. Qui est ton meilleur ami?
2.  Tu publies beaucoup de stories?
3. Pourquoi c'est ton meilleur ami?
4. Tu as combien d'appli?
5. Tu suis aussi Horia?

F- woordenschat (NF)

1. Het is de uitvinding van de eeuw!
2.  Ik heb mijn beste vriendin op school ontmoet.
3. Jammer genoeg, heeft hij geen bericht achter gelaten.
4. Je moet de reclame stoppen!
5. Bij zijn vrienden, klets hij veel.

G- woordenschat (FN)

1. Selon moi, je la connais.
2.  Le 21e siècle est la naissance des réseaux sociaux.
3. Tu adores écouter de la musique.
4. Je viens de télécharger l'appli.
5. Les élèves n'ont pas triché avec un carton sur la tête.

Correction

- bijvoeglijk naamwoord (2x)

- werkwoorden -re (NF - présent)

- werkwoorden -re (NF - passé composé)

- antwoord geven op vraag (FF)

- woordenschat (NF)

- woordenschat (FN)

A- bijvoeglijk naamwoord (FF- plaats + vorm)

1. une bonne blogueuse 
2.  des filles italiennes
3. un vieux livre 
4. des mères heureuses
5. une personne sportive

B- bijvoeglijk naamwoord (NF)

1. un Youtubeur français
2.  sa dernière vidéo
3. un vieux sac gris
4. des belles choses
5. une personne active

C- werkwoorden -re (NF - présent)

1. nous vendons - on vend
2.  tu perds
3. elle attend
4. vous répondez
5. j'entends

D- werkwoorden -re (NF - passé composé)

1. nous avons attendu - on a attendu
2.  j'ai répondu
3. ils ont vendu
4. vous avez entendu
5. tu as perdu

E- antwoord geven op vraag (FF)

1. Mon meilleur ami, c'est ...
2.  Oui, je publie beaucoup de stories. Non, je publie seulement des photos.
3. Il est sympa et on peut parler de tout.
4. J'ai quatre applis
5. Oui, je suis Horia. Non je ne suis pas les stars.

F- woordenschat (NF)

1. C'est l'invention du siècle!
2. J'ai rencontré ma meilleure amie à l'école.
3. Malheureusement, il n'a pas laissé de message.
4. Il faut arrêter la publicité!
5. Chez des amis, il bavarde beaucoup.

G- woordenschat (FN)

1. Volgens mij, ken ik haar.
2.  De 21e eeuw is de geboorte van de social media.
3. Jij bent dol op muziek luisteren.
4. Ik heb zojuist de app gedownload.
5. De leerlingen hebben niet gespiekt met een doos op het hoofd.

Lire - p 38

Fais les exercices 22 - 25

au travail-
les devoirs

Génération Like!

SO chapitre 1

Apprends (leer) vocabulaire A B E F à la page 48-49 (FN – NF)

Apprends (leer) les phrases-clés C G à la page 50 (FN - NF)

Apprends (leer) la grammaire D het bijvoeglijk nw. en H ww -re à la page 51

Je weet wat je moet leren voor de toets

Je kunt informatie vinden in korte teksten. (A2)

au travail-
les devoirs

Génération Like!

SO chapitre 1

Apprends (leer) vocabulaire A B E F à la page 48-49 (FN – NF)

Apprends (leer) les phrases-clés C G à la page 50 (FN - NF)

Apprends (leer) la grammaire D het bijvoeglijk nw. en H ww -re à la page 51