Week 26 5B en 5E online les

Deze les
-Samen: bespreken vraag 1 t/m 8 van opdr. 9 (blok 9, p. 210 e.v.)

-Individueel: maken vraag 9 t/m 14 van opdr. 9 (blok 9, p.210 e.v.)+zelf nakijken

-Morgen in de "thuis"les: maken vraag 15, 16, 17 van opdr. 9 (blok 9, p. 210 e.v.)+zelf nakijken

Nb. deze opdracht was het examen van 2010, tweede tijdvak.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Deze les
-Samen: bespreken vraag 1 t/m 8 van opdr. 9 (blok 9, p. 210 e.v.)

-Individueel: maken vraag 9 t/m 14 van opdr. 9 (blok 9, p.210 e.v.)+zelf nakijken

-Morgen in de "thuis"les: maken vraag 15, 16, 17 van opdr. 9 (blok 9, p. 210 e.v.)+zelf nakijken

Nb. deze opdracht was het examen van 2010, tweede tijdvak.

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1 (p. 212)
Antwoord = A

De inleiding bestaat uit alinea 1 en 2 .

Anekdotisch: het verhaaltje over de hond op het kampeerterrein.
Onderwerpaankondigend: r. 26-27 het onderscheid tussen mens en hond... en r. 36 onderscheid tussen mens en dier

Concluderend/samenvattend hoort meestal bij het slot van een tekst (B, C en D zijn dus onjuist)


Slide 2 - Tekstslide

Vraag 2 (p. 212)
Antwoord = D

Zie eerste zin alinea 2 (Dat is niet het geval met de roep om dierenrechten, die steeds luider door de publieke ruimte galmt) = synoniem van antwoord D

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 3 (p. 212)
Antwoord = B

De kern begint bij alinea 3. Zie r. 40-44: Het idee dat dieren net als mensen rechten zouden moeten krijgen, steunt in het beginsel op een misvatting.....hardnekkige denkfout = synoniem van antwoord B.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 4 (p. 212)
Antwoord = C

Het slot bestaat uit alinea 9, 10 en 11.

Zie r. 164 de oorsprong van ieder recht blijft politiek... en
r. 172-175 Als we een einde willen aan het dierenleed dat onze bio-industrie veroorzaakt, moeten we in de politieke arena afrekenen...

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 5 (p. 213)
Antwoord = D

Let op: in de vraag zit het woord belangrijkste. Er zitten zeker ook amuserende en beschouwende elementen in de tekst. Belangrijker is echter het overtuigende element. Er wordt een nieuwe aanpak gepropageerd (voorgesteld): de mens moet veranderen, bio-industrie is door de mens bedacht, aanpakken via politiek.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 6 (p. 213)
Antwoord = D

Dit komt nog een keer terug in het slot: je kunt ze wel stemrecht geven (zoals Eskens die aangehaald wordt in alinea 4 wil), maar geen hond zal naar de stembus komen.
M.a.w. het werkt niet, het kan niet.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 7 (p. 213)
Antwoord = D

Zie r. 78 spitsvondige bochten en dan volgt de vgl met slaven en vrouwen.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 8 (p. 213)
Antwoord = door opmerkingen als ik neem de dierenkwestie werkelijk uiterst serieus en gedeelde zorg probeert de schrijver de voorstanders voor zich te winnen.

Slide 9 - Tekstslide

En nu?
Verder met opdr. 9.
Zelf nakijken (linkje LessonUp met antwoorden in magister)

Dit is de laatste ON-opdracht dit jaar :).

SUCCES!

Slide 10 - Tekstslide