Thema 11 - Voeding en vertering - Basisstof 1 - Enzymen

Voeding en vertering
Thema 11, 4 kader

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voeding en vertering
Thema 11, 4 kader

Slide 1 - Tekstslide

Thema 11, paragraaf 1
Enzymen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
11.1.1 Je kunt de werking van enzymen beschrijven.
11.1.2 Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij voedselbederf.
11.1.3 Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd. (SE)

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen
enzym - enzymactiviteit - optimumkromme - optimumtemperatuur
voedselvergiftiging
voedselinfectie
conserveren - steriliseren - pasteuriseren
conserveermiddel










2 min

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Enzymen
Eiwit dat reacties versnelt zonder zelf te worden verbruikt.

Slide 6 - Tekstslide

Enzymactiviteit
De snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt, wordt de enzymactiviteit genoemd. Een hoge enzymactiviteit betekent dat het enzym de reactie veel sneller laat verlopen.

Warmte en zuurheid van de omgeving zijn van invloed op enzymactiviteit.

Slide 7 - Tekstslide

Voedselbederf
Door:
Voedselvergiftiging: Door reducenten die op het voedsel gaan zitten om de 'dode' materie op te ruimen.
Voedselinfectie: door bacteriën en schimmels van origine aanwezig in het voedsel.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Voedselbederf voorkomen
CONSERVEREN!!!
Wat zie je hier?

Slide 10 - Tekstslide

Voedselbederf voorkomen
CONSERVEERMIDDELEN TOEVOEGEN
 Zuur (azijn), suiker en zout zijn natuurlijke conserveermiddelen.
Deze stoffen voorkomen de deling of verstoren de werking van bacteriën en schimmels.

Slide 11 - Tekstslide