De moleculen van een koolhydraat (sacharide), zijn opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof.
Slide 3 - Tekstslide
INSTRUCTIE
Eiwitten (proteïnen) zijn ketens van aminozuren. Een aminozuur bevat een centraal C-atoom met daaraan gebonden een aminogroep (NH2), een carboxylgroep (COOH), een H-atoom en een restgroep (R).
Slide 4 - Tekstslide
INSTRUCTIE
Vetten (lipiden) bestaan uit de elementen C, O en H.