Persoonsvormen in samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

• Neem plaats volgens de plattegrond.
• Pak je leesboek erbij.

1. Tien minuten lezen.

2. Uitleg
Persoonsvorm in samengestelde zinnen.

3. Uitleg en quiz

4. Werken aan je weektaak.

5. Afronding

Wat gaan we vandaag doen?

• Je hebt je kennis over werkwoordspelling van leerjaar 1 opgefrist.
  
• Je weet wat een samengestelde zin is.
• Je weet wat hoe je de persoonsvorm in samengestelde zinnen moet spellen.

Lesdoelen

Tien
minuutjes lezen

Samengestelde zinnen

• Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meerdere persoonsvormen (samengestelde zinnen).
• Terwijl ik op de bus wachtte, luisterde ik naar muziek op mijn telefoon.

Samengestelde zinnen

• Stel vast hoe veel werkwoorden er in de zin staan. 
• Verander alle werkwoorden van tijd.
•  De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, zijn de persoonsvormen. De andere werkwoorden zijn inf, od of vd.

De Big-Bazar heeft besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd krijgt.

De Big-Bazar had besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd kreeg.

Zo vind je de persoonsvorm in

De dokter (behandelen) Piet aan zijn voet

1. Behandelt
2. Behandeld
3. Behandeldt

(Verzenden) jij het appje naar je moeder?

1. Verzend
2. Verzendt
3. Verzent

(Laden) je straks even je telefoon op?

1. Laadt
2. Laad

(Worden) je moeder nooit boos op je?

1. Wordt
2. Word

Gisteren (praten) Mick en Luuk met elkaar op het schoolplein.

1. praten
2. praatten
3. prate
4. praatte

Jullie (raden) gisteren alle antwoorden goed op de toets.

1. raden
2. rade
3. raadden
4. raadde

De schilder (verven) zijn huis

1. verfde
2. verfte
3. verfdte

Mijn moeder (geloven) mij vorige week niet.

1. geloofte
2. geloofde

Er (gebeuren) iets in de les gisteren.

Hij (vertellen) me nu wat ik moet doen.

1. vertelt
2. verteld
3. verteldt

Mijn broer (verwaarlozen) zijn goudvis.

1. verwaarlooste
2. verwaarloosde
3. verwaarloosten
4. verwaarloosden

Hij (vertellen) nu tegen mij wat hij gaat doen.

De foto van zijn nieuwe sneakers die hij op Instagram heeft geplaatst, is al vaak ... (liken).

1. geliket
2. geliked
3. liked
4. likete

Vul de juiste spelling van de werkwoord in:
In de bioscoop speelde een film met veel ... (crashen) en ... (tunen) auto's.

Tijdens het schoolreisje ... (slenteren) Frits ... (mopperen) achter de rest van zijn klasgenoten aan, terwijl de ... (inspireren) gids ... (vertellen) over de geschiedenis van het gebouw.

Vul de juiste spelling van de werkwoord in:
De door Marcel ... (maken) grappen worden door Gijs ... (noteren).

En de laatste vraag... 

Hij (betalen) met zijn pinpas.

1. betaald
2. betaalt
3. betaaldt

Wat?	Spelling werkwoorden opdracht 1, 2 en 3.
Hoe?	In je boek en schrift
Hulp	De theorie op blz. 156 en 260
Tijd	Tot het einde van de les
Waarom?	Om te oefenen met de spelling van persoonsvormen in samengestelde zinnen.
Klaar?	Werk verder volgens de studieplanner of werk aan je PO

Opdracht 1

Uitlegfilmpje!

• Je hebt je kennis over werkwoordspelling van leerjaar 1 opgefrist.
  
• Je weet wat een samengestelde zin is.
• Je weet wat hoe je de persoonsvorm in samengestelde zinnen moet spellen.

Lesdoelen