Werkwoordspelling les : Nevenschikkend of onderschikkend

Goedemorgen

  • Chromebook
    Lesboek & schrift
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

  • Chromebook
    Lesboek & schrift

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdzin
- In een hoofdzin staan PV en onderwerp naast elkaar
- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kun je geen andere zinsdelen plaatsen. 

(Isa) (heeft) een nieuwe telefoon gekocht.

Slide 2 - Tekstslide

Bijzin
- In een bijzin staan PV en onderwerp vaak niet naast elkaar.
- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kun je wel andere zinsdelen plaatsen (bijvoorbeeld het woord 'niet')

Toen (Isa) haar nieuwe telefoon (had) aangezet,// (werkte) (die) niet.
                              bijzin                                                                      hoofdzin

Slide 3 - Tekstslide

Nevenschikking
- Hoofdzin + hoofdzin
- Je koppelt de zinnen aan elkaar met de nevenschikkende voegwoorden: en, maar, want, of, dus

Isa bracht de telefoon terug, || maar ze kreeg geen nieuwe. 

Slide 4 - Tekstslide

Onderschikking
- Hoofdzin + bijzin / bijzin + hoofdzin
- Je koppelt de zinnen aan elkaar met de onderschikkende voegwoorden: omdat, toen, sinds, hoewel, voordat, of, terwijl, als, zodat, ...


Isa ontving de nieuwe telefoon ||voordat ze de oude had opgestuurd.  

Slide 5 - Tekstslide

HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, want, maar, of, dus
HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.

Slide 6 - Tekstslide

Sabine had een gezicht getrokken alsof ze iets vies proefde.
A
Nevenschikking: hoofdzin-hoofdzin
B
Onderschikking: hoofdzin-bijzin
C
Onderschikking: bijzin-hoofdzin

Slide 7 - Quizvraag

We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.
A
nevenschikking: hoofdzin-hoofdzin
B
Onderschikking: hoofdzin-bijzin
C
Onderschikking: bijzin-hoofdzin

Slide 8 - Quizvraag

Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.
A
Nevenschikking: hoofdzin - hoofdzin
B
Onderschikking: hoofdzin-bijzin
C
Onderschkking: bijzin-hoofdzin

Slide 9 - Quizvraag

Hoe goed lukt het verschil aangeven tussen een enkelvoudige zin, een nevenschikking of een onderschikking?
0100

Slide 10 - Poll