M2 SP P4 HS 2 vraagwoorden/klinkerwisseling/aanwijzende vnw

¡Bienvenidos a la clase de español!
   ¿Qué vamos a hacer hoy?
Mavo 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de español!
   ¿Qué vamos a hacer hoy?
Mavo 2

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica hfst 2
Na deze les kun je:
- De werkwoorden met klinkerwisseling (e-ie) vervoegen
- Het aanwijzend vnw toepassen
- De vraagwoorden toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1 : onthouden als woordjes

Dónde = waar
Cuándo = wanneer
 Cómo = hoe 
Por qué = waarom


Deel 2: vertaling + extra regeltje

Quién/Quiénes = Wie 
(let op: vraag je naar één of meer mensen?) 

Qué/Cuál-cuáles = Wat/welke 
(Let op: Cuál-Cuáles gebruik je alleen als er een vorm van 'ser' na komt)

Cuánto/os/a/as = hoeveel 
(Let op: kijk of het woord dat erna komt mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud is)

Slide 3 - Tekstslide

Vraag: ¿_____vamos a cocinar?
Antwoord: Mañana vamos a cocinar juntos.
A
quién
B
dónde
C
cuándo
D
cuál

Slide 4 - Quizvraag

Vr: ¿____personas has invitado a la fiesta?
Antw: He invitado a todos mis amigos.
A
cuántos
B
cómo
C
dónde
D
cuántas

Slide 5 - Quizvraag

Vraag: ¿___vas a hacer el fin de semana?
Antw: Voy a visitar a mis abuelos.

Slide 6 - Open vraag

Vr: ¿_____es tu profesor de inglés?
Antw: Es la señora Rauwerda.

Slide 7 - Open vraag

Werkwoorden met klinkerwisseling.

empezar
querer
Preferir
yo
empiezo
quiero
prefiero
empiezas
quieres
prefieres
él/ella/usted
empieza
quiere
prefiere
nosotros
empezamos
queremos
preferimos
vosotros
empezáis
queréis
preferís
ellos/ellas
empiezan
quieren
prefieren

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd: 

Stap 1: Maak de stam 
Stap 2: kijk/tel welke persoon 
Stap 3: plak de juiste uitgang erachter 

STAP 4: 

VERANDER DE E IN DE STAM NAAR IE (BEHALVE BIJ WIJ/JULLIE VORM)

Slide 9 - Tekstslide

¿A qué hora (empezar)_____la fiesta?
A
empiezan
B
empezan
C
empeza
D
empieza

Slide 10 - Quizvraag

Mi novio y yo (preferir)_____ir en tren a la fiesta.
A
prefierimos
B
preferamos
C
preferimos
D
prefieramos

Slide 11 - Quizvraag

¿Qué (pensar)_________ tú?
A
pensas
B
piensas
C
penses
D
pienses

Slide 12 - Quizvraag

Mi amiga siempre (perder)____su móvil)

Slide 13 - Open vraag

Yo (preferir)______pasar primero por el supermercado.

Slide 14 - Open vraag

¿Y a qué hora tú (querer) ir a la fiesta?

Slide 15 - Open vraag

Yo siempre (querer)_____estar a tiempo.

Slide 16 - Open vraag

Deze/dit
Mannelijk
Deze/dit
Vrouwl
Die/dat
Mannelijk
Die/dat
Vrouwl
ENKV
este
esta
ese
esa
MV
estos
estas
esos
esas
UITZONDERING: Staat er geen ZN in de zin?
DIT -->  ESTO
DAT  --> ESO

Slide 17 - Tekstslide

Mmm¡ (deze)____enchiladas están muy ricas!
A
estas
B
esas
C
este
D
esos

Slide 18 - Quizvraag

(Die)_____chicos allí son mis amigos de fútbol.
A
estos
B
esos
C
eso
D
esto

Slide 19 - Quizvraag

(die)____camarera es muy guapa.

Slide 20 - Open vraag

Quiero comer (dat)____plato de verduras.

Slide 21 - Open vraag

(dit)_____chica se llama Ana, es mi amiga.

Slide 22 - Open vraag

Me llamo Daniel, tengo quince años y vivo en España, en Granada. Me gustan los deportes: juego al fútbol, voy a la piscina tres veces a la semana y en verano hago ciclismo* en las montañas.
A
Hij houdt van voetballen, zwemmen en fietsen.
B
Hij houdt van mountainbiken en sporten.
C
Hij houdt niet van sporten, hij wandelt in de bergen.
D
Hij voetbalt drie keer in de week.

Slide 23 - Quizvraag

Aquí en Granada hay un restaurante mexicano muy bueno. Por mi cumpleaños hemos comido allí con mi familia. ¡Allí preparan unas enchiladas y tortillas riquísimas...! Quiero aprender las recetas. Porque en el futuro quiero preparar platos mexicanos en mi casa.
A
Hij wilt een Mexicaans restaurant openen.
B
Hij wilt Mexicaans koken voor zijn verjaardag.
C
Hij wilt thuis Mexicaanse gerechten maken.
D
Zijn familie is Mexicaans.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video