H2 par 3 en 4

aan het einde van de les
- Weet je wat Mobiliteit is.
- Kan je wat zeggen over de migratiepatronen in Nederland.
- Ken de verschillende stadsvormen
- Weet je wat ontgroening en vergrijzing zijn
- Kan  je zowel de groene, als grijze, als demografische druk verklaren
- Kan je gevolgen en oplossingen benoemen voor krimp in bepaalde regio's

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

aan het einde van de les
- Weet je wat Mobiliteit is.
- Kan je wat zeggen over de migratiepatronen in Nederland.
- Ken de verschillende stadsvormen
- Weet je wat ontgroening en vergrijzing zijn
- Kan  je zowel de groene, als grijze, als demografische druk verklaren
- Kan je gevolgen en oplossingen benoemen voor krimp in bepaalde regio's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is migratie

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

migratie is 
de verplaatsing van groepen mensen van de ene plaats naar de andere. ! belangrijk is dat men  er blijft wonen!




Forenzen
Het reizen tussen woonplaats en werkplaats wordt woon-werkverkeer genoemd waarbij de mensen die dit reisgedrag vertonen een forens worden genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We kennen 3 vormen van binnenlandse migratie:
Urbanisatie
Sub-urbanisatie
Re-urbanisatie
Migratie waarbij mensen van het platteland richting de stad trekken
Migratie waarbij mensen van de stad naar het platteland trekken
Migratie waarbij mensen die voorheen gesuburbaniseerd waren nu weer terugtrekken naar de stad

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verplaatsen van mensen en goederen met behulp van een vervoersmiddel -> Mobiliteit
Dit zorgt voor:
  1. Toename stedelijkheid
  2. Meer woon-werk verkeer
Factoren waardoor de mobiliteit is toegenomen:
  • Bevolkingsgroei (1960-2015)
  • Welvaartsgroei -> auto
  • Vrije tijdsverkeer
  • Verbetering infrastructuur -> afname relatieve afstanden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een stad en een dorp?
Stad:                                                    
  • Historische binnenstad, veel bebouwing, hoge adressendichtheid, veel hoogbouw
  • Woningen, bedrijventerreinen, wegen- en spoorlijnen
  • Veel inwoners, hoge bevolkingsdichtheid, multiculturele samenleving, weinig gezinnen
  • Veel stedelijke voorzieningen


Dorp (platteland):
  • Weinig bebouwing, veel open ruimte, veel laagbouw, lage adressendichtheid
  • Huizen, boerderijen, vooral landbouw, natuur en recreatie
  • Weinig inwoners, lage bevolkingsdichtheid, relatief veel gezinnen
  • Weinig voorzieningen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agglomeratie, stadsgewest, stedelijk gebied
1. Agglomeratie: Dit is een stad (centrale stad) met daaraan vastgegroeide steden. Denk aan Den Haag als centrale stad waar omliggende plaatsen aan vastgegroeid zitten als Voorburg, Leidschendam, Ypenburg etc.
2. Stadsgewest: Dit is uitgebreider dan een agglomeratie. We kijken hierbij ook echt naar de relaties die steden onderling hebben en wel iets verder kijken dan de steden die er alleen aan vastgegroeid zitten. Zoals Delft, Wassenaar, Westland 
3. Stedelijk gebied: Dit is een uitgebreide variant van een stadsgewest  waarbij er wordt gekeken naar de onderlinge relaties van grote steden met elkaar die samen fungeren als stedelijk gebied(hierbij gaan we er dus vanuit dat stadsgewesten in principe aan elkaar vastgegroeid zitten). In Nederland beschouwen we de Randstad als een stedelijk gebied waarbij we kijken naar de onderlinge relaties van de grote steden. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maken 
pak je agenda en noteer :
H2 par 3  opdr 2-3-4-5-6-8 
H2 par 4

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- demografische krimp in NL.
- blauw is sterke krimp
- rood is sterke groei.
push en pullfactoren

Slide 9 - Tekstslide

wat zie je hier?
Waarom leidt demografische krimp tot een verslechtering van de leefbaarheid?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontgroening
  • Het aandeel jongeren in de samenleving neemt af

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrijzing
  • Het aandeel ouderen in de samenleving neemt toe

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groene druk
Aantal 0-19 jarigen
_____________________________________ = Groene druk
Aantal 20-65 jarigen

De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar en het aantal personen van 20 tot 65 jaar

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grijze druk
Aantal 65+'ers
-----------------------------------------= Grijze druk
Aantal 20-65 jarigen

De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografische druk?
Groene druk + Grijze druk bij elkaar!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://www.nu.nl/tag/vergrijzing
Nadelen
demografische druk?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies