lezen theorie blok 4 opdr 1 tm 3 (rvl)

Blok 4 lezen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- kun je benoemen wat overtuigende teksten zijn. 
- kun je overtuigende teksten verwerken.
- kun je uitleggen wat het verschil is tussen een feit en een mening. 
- heb je de theorie over 'inleiding' en 'slot' nog eens herhaald. 

Slide 2 - Tekstslide

Tekstsoorten
Je hebt dit jaar de tekstsoorten 'informatieve tekst' en 'uitleggende tekst' al behandeld.

Vandaag gaan we het hebben over 'overtuigende teksten'. 

Slide 3 - Tekstslide

Overtuigende tekst
Tekstdoel: overtuigen. De lezer redenen geven waarom de mening van de schrijver goed is. 

Tekstsoort: overtuigende tekst

Tekstvorm: beoordeling, ingezonden brief, folder, artikel in krant of tijdschrift. 

Slide 4 - Tekstslide

FEITEN

- controleerbaar en objectief. 

- iets dat waar is. 

- je kunt opzoeken of controleren of het echt zo is. 
MENINGEN

- persoonlijk en subjectief

- iets waar je het wel of niet mee eens bent

- je kunt zelf bedenken wat je er van vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Het is hier ijskoud!
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quizvraag

Het is in ons lokaal nu 19 graden Celsius.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb gewoon kippenvel!

A
feit
B
mening

Slide 8 - Quizvraag

Ik vind het hier lekker warm.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quizvraag

Cola is vies.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quizvraag

76% van kinderen tussen 7 en 12 jaar heeft een mobiele telefoon.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quizvraag

Overtuigende tekst verwerken
Als je een overtuigende tekst leest, hoort er na het lezen een extra vraag:
Ben je het eens met de mening van de schrijver? 

om tot een goed oordeel te komen kun je je deze vragen stellen:
Kloppen de feiten in de tekst? 
Komt de tekst uit een betrouwbare bron? 
Heeft de schrijver verstand van het onderwerp? 
Wat heb ik zelf gezien / meegemaakt of wat weet ik er zelf van? 

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding en slot (herhaling)
Inleiding: bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken.  
bv door het ondewerp te benoemen, een belangrijke vraag te stellen of een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen. 
Slot: is om de tekst af te sluiten. bv door een korte samenvatting te geven, een conclusie te trekken, een advies te geven, of een oproep te doen . 

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk:
maak opdracht 1 en 2
blz 187-188

Slide 14 - Tekstslide