werkwoorden, regelmatig en onregelmatig Groep 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Werkwoorden, regelmatig en onregelmatig 

Regelmatige- en onregelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden:

Onregelmatige werkwoorden:

- veranderen niet van klank

(bijv.  ich laufe - du laufst)

- worden volgens vaste manier vervoegd (bijv. feesttenten) 

- veranderen van klank 

(bijv. ich bin, er ist) 

- uitzonderingen, geen vaste regels, moet je uit het hoofd leren

wat ga je doen?

je maakt de volgende opdrachten zelfstandig 

hoe ga je dat doen?

stil, voor jezelf

hulpmiddelen:

geen

tijd: 

20 minuten

klaar?

Meld het je docent  

Regelmatig werkwoord 

Onregelmatig werkwoord 

kaufen - ihr kauft

essen- er isst

sein- ich bin

haben- ihr habt 

wohnen- du wohnst 

bleiben- ihr bleibt 

können- ich kann

wollen- ich will 

reisen- du reist 

werden- du wirst

Sleep de vervoeging naar de bijbehorende stam 

Sehen

Mögen

können 

schlafen 

werden 

ihr seht

ich mag 

sie schläft

ich kann

du wirst 

ihr mögt

er sieht

Ihr könnt

ich schlafe

er wird

Zoals je misschien al wel hebt gezien, lijken de vervoegde werkwoorden op hun stam: (sehen- er sieht, essen- ihr eßt) 

deze info is handig voor de volgende opdrachten...

spielen:
ich ... gerne draußen
(ik speel graag buiten)

Wohnen:
wir .... in den Niederlanden
(wij wonen in Nederland)

haben:
du ... eine Schwester
(jij hebt een zus)

sein:
ich ... die Beste
(ik ben de beste)

Vertaal het vetgedrukte woord: 

       Du liest die Zeitung

Vertaal het vetgedrukte woord

Er isst Pommes mit Schnitzel  

ihr (machen)

1. machen
2. machst
3. macht
4. machet

es (kommen)

1. kommt
2. kommst
3. kommet
4. komet

ihr (antworten)

1. antwort
2. antwortest
3. antwortet
4. antworten

sie (tanzen) enkelv.

1. tanzt
2. tanze
3. tanzen
4. tanzst

Stelling: ik vind dat ik de werkwoorden nu voldoende/goed beheers

Eens

Oneens

Bij oneens, hoe komt dat / waar ligt dat aan?

Ik vond dit:

Makkelijk

Moeilijk

Ging wel / redelijk

Evaluatie: wat vond je van deze les?