Geen natiestaat

De verheven klassieke orde 
De Chinese keizer had niet alleen ... macht, maar werd ook gezien als de bemiddelaar tussen ... en ... . Hij moest ... uitvoeren, zoals in de Tempel van de Hemel, om de kosmische orde te bewaren. Volgens het ... had de keizer alleen recht om te regeren als hij ... en ... was. Als hij faalde, kwamen er ..., ... of ..., wat werd gezien als een teken dat hij zijn Mandaat verloor. Het volk had dan het recht om in ... te komen en een nieuwe heerser aan te stellen. Dit leidde tot een ..., waarbij elke dynastie een periode van ..., ... en ... kende. 
15
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De verheven klassieke orde 
De Chinese keizer had niet alleen ... macht, maar werd ook gezien als de bemiddelaar tussen ... en ... . Hij moest ... uitvoeren, zoals in de Tempel van de Hemel, om de kosmische orde te bewaren. Volgens het ... had de keizer alleen recht om te regeren als hij ... en ... was. Als hij faalde, kwamen er ..., ... of ..., wat werd gezien als een teken dat hij zijn Mandaat verloor. Het volk had dan het recht om in ... te komen en een nieuwe heerser aan te stellen. Dit leidde tot een ..., waarbij elke dynastie een periode van ..., ... en ... kende. 
15

Slide 1 - Tekstslide

In tegenstelling tot Europese koningen zoals ..., die geloofden in absolute macht door Gods wil (...), moest een Chinese keizer zijn macht .... Grote opstanden, zoals de ... (1850-1864), speelden een belangrijke rol bij de val van .... Het geloof in het ... bleef bestaan, zelfs na de keizers, zoals bij de aardbeving in Tangshan (1976), waarbij ... indirect verantwoordelijk werd gehouden. Zo was en is het Chinese bestuur altijd een balans tussen politieke macht en morele legitimiteit.
7

Slide 2 - Tekstslide

In tegenstelling tot Europese koningen zoals Lodewijk XIV, die geloofden in absolute macht door Gods wil (droit divin), moest een Chinese keizer zijn macht verdienen. Grote opstanden, zoals de Taiping-opstand (1850-1864), speelden een belangrijke rol bij de val van dynastieën. Het geloof in het Mandaat des Hemels bleef bestaan, zelfs na de keizers, zoals bij de aardbeving in Tangshan (1976), waarbij Mao Zedong indirect verantwoordelijk werd gehouden. Zo was en is het Chinese bestuur altijd een balans tussen politieke macht en morele legitimiteit.

Slide 3 - Tekstslide

De verheven klassieke orde 
De Chinese keizer had niet alleen politieke macht, maar werd ook gezien als de bemiddelaar tussen hemel en aarde. Hij moest rituelen uitvoeren, zoals in de Tempel van de Hemel, om de kosmische orde te bewaren. Volgens het Mandaat des Hemels had de keizer alleen recht om te regeren als hij deugdzaam en rechtvaardig was. Als hij faalde, kwamen er natuurrampen, hongersnood of opstanden, wat werd gezien als een teken dat hij zijn Mandaat verloor. Het volk had dan het recht om in opstand te komen en een nieuwe heerser aan te stellen. Dit leidde tot een dynastieke cyclus, waarbij elke dynastie een periode van opkomst, bloei en verval kende.

Slide 4 - Tekstslide

Geen natiestaat
Land is een vast grondgebied, vaste grenzen en een autochtone bevolking (westerse definitie)

Land neemt naargelang de kracht van de dynastie toe of af, de grenzen waren vloeibaar en er bestond geen gevoel van een 'Chinees' volk.

Slide 5 - Tekstslide

Tianxia 
Wat onder de Hemel is 
Alle gebieden op aarde die zich tot de Chinese cultuur hebben bekeerd. 
Huaren (Hua; stralend) ze waren beschenen door het licht van de beschaving, alle inwoners van het rijk (etniciteit was niet van belang) 

Pas 20e eeuw: Zhong Guo (Land van het Midden) 



Slide 6 - Tekstslide

Wat was een belangrijke bijdrage van de Shang-dynastie aan de Chinese beschaving?
A
De bouw van de Chinese Muur
B
De invoering van het boeddhisme
C
Het schrift in tekens
D
De eerste keizerlijke examens

Slide 7 - Quizvraag

De kunst van het schrijven
Dat is wat het Hemelse Rijk onderscheid van de barbaarse wereld
Wen betekent niet alleen schrift, maar ook cultuur 


Slide 8 - Tekstslide

Waar stond de Zhou-dynastie om bekend?

Slide 9 - Open vraag

De suprematie van Zhou was echter onomstreden. 

De door de Hemel geschonken soevereiniteit was niet deelbaar, er kon maar één keizer op aarde zijn. 


Slide 10 - Tekstslide

(zie voorbeeld 1) 
Hoofdstad van de vroegere dynastieën
Graf van de eerste keizer van de Qin 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Xiongnu
Mantsjoes
Mongolen
In militair opzicht vaak superieur ten opzichte van de Chinese legers 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werden de Xiongnu door de Chinese beschaving tijdens de Han-dynastie vaak gezien?
A
Als handelspartners die waardevolle zijde en specerijen verhandelden
B
Als barbaren die de noordelijke grenzen van China bedreigden
C
Als bondgenoten die hielpen bij de verdediging tegen andere nomadische stammen
D
Als een geavanceerde beschaving die het Chinese schrift en bestuur overnam

Slide 14 - Quizvraag

Welke twee verdedigingstactieken gebruikten de Chinezen tegen de nomadenstammen uit het noorden, zoals de Xiongnu?
A
Het bouwen van verdedigingsmuren en het versterken van de cavalerie
B
Het bouwen van verdedigingsmuren en het geven van luxe goederen om de nomaden te verzwakken
C
Het sluiten van militaire allianties en het trainen van huurlingen
D
Het voeren van diplomatieke onderhandelingen en het opleiden van lokale stammen als hulptroepen

Slide 15 - Quizvraag

3e verdedigings- mechanisme demografische overmacht

Chinese dynastieën gebruikten bevolkingsgroei en culturele assimilatie als verdediging tegen buitenlandse invallen.
(zie voorbeeld 2) 

Slide 16 - Tekstslide

Geen vaste grenzen 

De grootte van China veranderde steeds, afhankelijk van de macht van de dynastieën.

Maar, er werden ook grensverdragen met buitenlandse mogendheden gesloten, dus ook diplomatieke oplossingen

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld: grensverdrag Tibet - China (821) 
Volgens het verdrag zouden de grenzen tussen Tibet en China gerespecteerd worden: alles ten oosten behoorde tot China, en alles ten westen tot Tibet. Geen van beide partijen mocht land afnemen of strijd voeren. Beide naties beloofden elkaar te behandelen met eerbetoon en respect, als familie. 

Maar in 1951 zag China, Tibet echter als een onderdeel van het land en eiste volledige controle.

Slide 18 - Tekstslide

Een door het licht geraakt volk werd 'Chinees' 
China maakte geen onderscheid op basis van etniciteit: iedereen kon "Chinees" worden als hij de Chinese beschaving overnam.

Tang; oorsprong Turks
Yuan; oorsprong Mongools
Qing; oorsprong Mantsjoes 
Opvallend: geen  integratie/assimilatie
  • Eigen ambtenarenapparaat: Perzen, Oeigoeren, Koreanen en Marco Polo (tenminste?)  
  • Gers (Mongoolse tenten) 
Snelle ondergang, mede door feestcultuur (voorbeeld 3) 

Slide 19 - Tekstslide

China’s zelfreflectie in de 19e eeuw
De Eeuw van Vernedering  (1839-1949); Westers en Japanse imperialisme 

 Hoe kon China, ooit het centrum van beschaving, worden overweldigd door barbaren? 

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent het concept Tianxia in de Chinese filosofie en politiek?
A
Een systeem waarin alle burgers gelijke rechten hebben
B
Een handelsnetwerk dat China verbond met Europa en het Midden-Oosten
C
Het idee dat de keizer de Zoon van de Hemel is en regeert over alles onder de hemel
D
De militaire strategie om de Chinese Muur als verdediging tegen nomaden te gebruiken

Slide 21 - Quizvraag

Moderniseren!
duidelijke afgebakende staat met een volkslied, vlag en vaste grenzen.

--> een breuk met het verleden, waarin het Chinese Rijk flexibele machtsverhoudingen had met buurlanden. (voorbeeld 4) 
Vlag van het Keizerrijk China, 1872-1889

Slide 22 - Tekstslide


Nationalisme 
20e eeuw

De ontwikkeling van een klassieke, Tianxia-achtige mentaliteit naar een moderne, natiestatelijke identiteit liep niet rechtlijnig. (voorbeelden 5) 

De herinnering aan verloren gebieden voedde nationalistische gevoelens om China’s oude glorie te herstellen, maar Republiek China (1911 - 1949) had maar beperkte mate van gezag. (lachertje) 
Kaart van Nationale Schande, 1938

Slide 23 - Tekstslide

Volksrepubliek China  (1949 - nu) 
 Multi-etnische staat
Naast Han-Chinezen, 55 erkende etnische minderheden

--> een breuk met het verleden, waar het ideaal was om te assimileren

Maar, minder rechten en weinig politieke invloed. Afscheiden is verboden (Citaat 6)

Slide 24 - Tekstslide

Maar, dubbelzinnig
Angst is dat minderheden in eigen land (China) een eigen staat willen stichten. 

China geeft Kaarten van Nationale Schande uit, vooral na 1994 (nieuw historisch besef voor de jeugd) die het verloren keizerlijke grondgebied markeren. 

Slide 25 - Tekstslide