In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Levensbeschouwing
mevr. Wiggers
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen
Wie ben ik?
Wie zijn jullie?
Starten met de les, onderwerp rituelen.
Begin maken aan een PO
Slide 2 - Tekstslide
Levensbeschouwing dit jaar
Voor Levensbeschouwing staan dit jaar twee onderwerpen op de planning; Hindoeïsme en Boeddhisme. Dit zijn twee levensbeschouwingen die zich kenmerken door vele rituelen. Een aantal hiervan gaan dit jaar aan bod komen. Daarom gaan we nu eerst dieper in op wat nu een ritueel is.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les weet je de betekenis van het woord rituelen en kun je het verschil uitleggen tussen dagelijkse rituelen en levensbeschouwelijke rituelen
Slide 4 - Tekstslide
Rituelen
Een ritueel is een handeling die een overgang markeert.
Er zijn 2 rituelen waar we het nu over hebben.
1. Dagelijkse rituelen
2. levensbeschouwelijke rituelen
Slide 5 - Tekstslide
Noem een dagelijks ritueel voor jou?
Slide 6 - Open vraag
Gewoonten & Rituelen
Wat is een gewoonte?
Handelingen zonder diepere betekenis.
Bijvoorbeeld:
Voor het slapen gaan je tandenpoetsen.
Op de fiets naar school gaan
Slide 7 - Tekstslide
Gewoonten & Rituelen
Kenmerken van een ritueel?
Vooraf vastgestelde handelingen met een diepere betekenis.
Bij speciale gelegenheden
Op bijzondere momenten
Slide 8 - Tekstslide
Gewoonte of ritueel? Kaarsjes op de taart uitblazen als je jarig bent
A
Gewoonte
B
Ritueel
Slide 9 - Quizvraag
Gewoonte of ritueel? 2 minuten stilte om 20.00 uur op 4 mei (dodenherdenking)
A
Gewoonte
B
Ritueel
Slide 10 - Quizvraag
levensbeschouwelijke rituelen
rituelen zijn handelingen of gebruiken die op een vast moment, tijd of plaats terugkomen.
Als rituelen iets te maken hebben met een godsdienst noemen we dit levensbeschouwelijke rituelen
Slide 11 - Tekstslide
Een Ritueel heeft zes kenmerken:
het heeft een vast patroon.
het bestaat uit woorden, daden en symbolen.
je gebruikt het bij belangrijke levenservaringen.
het verwijst naar wat belangrijk is.
het versterkt het gemeenschapsgevoel.
het maakt mensen (weer) sterk.
Slide 12 - Tekstslide
Praktische Opdracht:
Voor deze Praktische opdracht ga je zelf een ritueel bedenken.
Bedenkt en ontwerp alleen, met z’n 2e of 3e een ritueel;
Laat duidelijk zien om wat voor een ritueel het gaat (vreugde/verdriet, eren van een persoon of dier, vieren van het behalen van iets of het herdenken/feestelijk afsluiten van een periode, enz…)
Slide 13 - Tekstslide
Praktische Opdracht:
Beoordelingscriteria:
Het doel van het ritueel is voor anderen duidelijk. 40
De 6 kenmerken van rituelen zijn duidelijk gemaakt. 20