Les 1: Bouw en functie skelet, VTH mobiliteit

1 / 28
volgende
Slide 1: Video
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Botten

Slide 2 - Woordweb

Anatomie en fysiologie voor het mbo


Hoofdstuk 3
3.1 Inleiding
3.2 Bouw van het bot
3.3 Botvorming en groei

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel botten kent een volwassen lichaam?

Slide 4 - Open vraag

3.1 Inleiding
Het volwassen lichaam kent 206 botten. Dit noemen we ons skelet. Het skelet heeft verschillende functies:
  • Beweging: Botten maken samen met spieren beweging mogelijk.
  • Steun en vorm: botten geven steun aan weefsels en het lichaam vorm.
  • Bescherming: Het skelet beschermt weefsels en organen.
  • Opslag van mineralen en energie: In de botten liggen oa calcium en vet opgeslagen. 
  • Bloedcelproductie: Het rode beenmerg (in de botten) worden bloedcellen aangemaakt.

Slide 5 - Tekstslide

3.2 Bouw van het bot

Slide 6 - Tekstslide

3.2 Bouw van het bot
Botmatrix: collageenvezels en calciumfosfaat
  • collageenvezels: sterk en flexibel
  • calciumfosfaat: sterk, maar niet flexibel
Combinatie is belangrijk, zodat het bot niet makkelijk breekt.

Calciumfosfaat is bron van calcium en fosfaat.
  • bot --> bloed --> lichaam.

1 laag botmatrix = een lamel
Afb. 3.1  uit boek Anatomie en Fysiologie voor het mbo
(blz. 47)

Slide 7 - Tekstslide

Sterk en flexibel
Stevig maar niet flexibel
Lamel
Collageenvezels
Calcium fosfaat
Een laag botmatrix

Slide 8 - Sleepvraag

Botstructuur
Harde/compacte botweefsel:
substantia compacta 
= buitenkant bot

Sponsachtige botweefsel:
substantia spongiosa 
= binnenkant bot

Botvlies
periost
= vlies van collageen om de botten heen.

Slide 9 - Tekstslide

Substantia spongiosa
Lijkt op een spons. 
Het botweefsel bestaat uit netwerken van botbalkjes (trabeculae).

Tussen de trabeculae bevinden zich open ruimtes, hier ligt rood of geel beenmerg.
  • Rood beenmerg: verantwoordelijk voor aanmaak bloedcellen.
  • Geel beenmerg: dient als energiereserve.

Door het sponsachtige botweefsel lopen (slag)aders.

Slide 10 - Tekstslide

Substantia compacta
Ligt om het sponsachtige botweefsel heen, direct onder het botvlies. 

Heeft een buitenste laag van lamellen en een binnenste laag van osteonen (systeem van Havers)
Osteon: een kokervormige structuur, meerdere concentrische lamellen (concentrisch = in ronden rond hetzelfde middelpunt).

Slide 11 - Tekstslide

Kanaal van Havers
De centrale opening van de osteon.
Door dit kanaal lopen: 
  • bloedvaten
  • zenuwen
  • lymfevaten

De verschillende kanalen van Havers worden met elkaar verbonden door dwarsverbindingen: de kanalen van Volkmann.

Via de kanalen van Havers en Volkmann kunnen bloedvaten en zenuwen het bot bereiken.

Slide 12 - Tekstslide

Botvlies (periost)
Is de buitenste laag van het bot. 
  • Ligt over het hele bot, met uitzondering van het gewrichtsoppervlak. 

Het botvlies biedt een beschermlaag en is een aanhechtingsplaats voor pezen en bindweefselbanden (ligamenten). 

Het botvlies bevat kleine openingen waardoor zenuwen en bloedvaten lopen.

Het binnenste deel van het botvlies bevat botvormige cellen (osteoblasten).

Slide 13 - Tekstslide

Binnenste deel van het bot
A
Lamellen
B
Substantia spongiosa
C
Substantia compacta
D
Botvlies

Slide 14 - Quizvraag

Door deze kanalen lopen de bloedvaten, zenuwen en lymfevaten

Slide 15 - Open vraag

De binnenste laag van het botvlies bevat
A
Lamellen
B
Ligamenten
C
Osteoblasten
D
Trabeculae

Slide 16 - Quizvraag

3.3 Botcellen
Botten worden ons hele leven afgebroken en weer opnieuw opgebouwd. 
Dit proces noemen we remodellering

Slide 17 - Tekstslide

Remodellering
  1. Vernieuwen van botweefsel
  2. Zorgen voor extra stevigheid in het bot
  3. Herstellen van botbreuken 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Botcellen
  • Osteoclasten: zorgen voor de afbraak van het bot. Dit kunnen ze doordat ze zure en eiwit oplossende enzymen uitscheiden.  Deze enzymen lossen de botmatrix op (botresorptie).
  • Osteoblasten: bouwen het bot weer op. Zorgen voor een verhoogde calciumspiegel. Hierdoor ontstaat botweefsel. Dit wordt ook wel ossificatie genoemd.
  • Osteocyten: Onderhouden het botweefsel. Zijn in principe rijpe osteoblasten. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zorgen voor afbraak van het bot
Bouwen het bot op
Onderhouden de botmatrix
Osteoblasten
Osteoclasten
Osteocyten

Slide 22 - Sleepvraag

Het afbreken en opnieuw opbouwen van botten noemen we
A
Remodellering
B
Ligamenten
C
Trabeculae
D
Botmatrix

Slide 23 - Quizvraag

Een ander woord voor bindweefselbanden is
A
Osteoblasten
B
Ligamenten
C
Lamellen
D
Kanalen van Havers

Slide 24 - Quizvraag

Trabeculae is/zijn
A
netwerken van botbalkjes
B
een ander woord voor botvlies
C
de werking van calciumfosfaat
D
de verbinding tussen de kanalen van Havers en Volkmann

Slide 25 - Quizvraag

Ik weet nu hoe het bot is opgebouwd en welke cellen deze bevat
0100

Slide 26 - Poll

Afronding
Nog eens alles nalezen?
Anatomie en fysiologie voor het mbo
Hoofdstuk 3
3.1 Inleiding
3.2 Bouw van het bot
3.3 Botvorming en groei

Slide 27 - Tekstslide

Voorbereiding volgende les
Lezen: 
Anatomie en fysiologie voor het MBO
Hoofdstuk 3.3: Botvorming en groei
Hoofdstuk 3.4: Soorten Botten
&
ZORGPAD: Persoonlijke zorg
Leerpad: Mobiliteit
Kennis:
Hoofdstuk 1: Wat is mobiliteit?
Hoofdstuk 6: veranderingen observeren en andere disciplines inschakelen
Hoofdstuk 7: Hulp bieden bij lopen, staan en zitten
Hoofdstuk 8: Hulp bieden bij lichaamshouding in bed

Slide 28 - Tekstslide