Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
modale werkwoorden in de verleden tijd
Programm
Modalverben in der Vergangenheit
15 min
Erklärung und Checkvragen in LessonUp
Log alvast in met de code linksonder
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programm
Modalverben in der Vergangenheit
15 min
Erklärung und Checkvragen in LessonUp
Log alvast in met de code linksonder
Slide 1 - Tekstslide
Verschiedene Arten von Verben
zwakke werkwoorden (wohnen-wohnte-gewohnt)
sterke werkwoorden (gehen-ging-gegangen)
onregelmatige werkwoorden (haben, sein, werden)
modale (hulp-)werkwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Modalverben auf Deutsch:
Slide 3 - Tekstslide
Betekenis:
dürfen (= mogen)
können (= kunnen)
mögen (= lusten, lekker vinden, houden van)
müssen (= moeten als noodzaak)
sollen (= moeten als wens van een ander, aanrading, bevel)
wollen (= willen)
wissen (= weten - geen modaal ww, maar net zo vervoegd)
Slide 4 - Tekstslide
Modalverben in der Vergangenheit
Slide 5 - Tekstslide
vt-stam
dürfen = durfte
können = konnte
mögen = mochte
müssen = musste
sollen = sollte
wollen = wollte
wissen = wusste
Slide 6 - Tekstslide
Die Deklination im Präteritum
ich + vt-stam +
e
du + vt-stam + est
er/sie/es + vt-stam +
e
wir + vt-stam + en
ihr + vt-stam + et
sie/Sie + vt-stam + en
Wellicht handig om dit als aantekening op te schrijven!
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
verleden tijd
(wollen) Ich ______ nach Hause gehen.
A
wollte
B
willte
C
wollt
D
willt
Slide 9 - Quizvraag
verleden tijd
(dürfen) ______ du in die Disko gehen?
A
dürftest
B
darftest
C
durftest
D
willt
Slide 10 - Quizvraag
verleden tijd
(wissen) ______ er, dass die letzte Stunde ausfiel?
A
wisste
B
wusste
C
weißte
Slide 11 - Quizvraag
vt-stam
dürfen = durfte
können = konnte
mögen = mochte
müssen = musste
sollen = sollte
wollen = wollte
wissen = wusste
Slide 12 - Tekstslide
vervoeging in de verleden tijd
ich + vt-stam
du + vt-stam + st
er/sie/es + vt-stam
wir + vt-stam + n
ihr + vt-stam + t
sie/Sie + vt-stam + n
Wellicht handig om dit als aantekening op te schrijven!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
verleden tijd
(wollen) Ich ______ nach Hause gehen.
A
wollte
B
willte
C
wollt
D
willt
Slide 15 - Quizvraag
verleden tijd
(dürfen) ______ du in die Disko gehen?
A
dürftest
B
darftest
C
durftest
D
willt
Slide 16 - Quizvraag
verleden tijd
(wissen) ______ er, dass die letzte Stunde ausfiel?
A
wisste
B
wusste
C
weißte
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Modale werkwoorden in de VT
17 uur geleden
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Modale werkwoorden in de VT
Juni 2022
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Trabi 3v-Kap2-E-Modale werkwoorden - verleden tijd
September 2023
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Modalverben - Präteritum
April 2024
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
iweh Modalverben
Maart 2022
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4-K4-Modalverben Präteritum
November 2022
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Modale werkwoorden Duits
Januari 2023
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4-K4-Modalverben Präteritum
December 2022
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4