In de woordtrainer (online boek) kun je oefenen met woorden schrijven en luisteren. Ook leer je de betekenis.
Je kunt hier dus werken aan je leerdoelen voor de paragraaf Woorden 1.5
* nieuwe woorden leren en gebruiken
* voorvoegsels herkennen
Slide 13 - Tekstslide
Voorvoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord zetten. Dit stukje heet een voorvoegsel. De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Het voorvoegsel her- betekent ‘nog een keer’.
her + lezen = herlezen
Het voorvoegsel in- betekent ‘niet’.
in + stabiel = instabiel
Het voorvoegsel on- betekent ‘niet’.
on + eens = oneens
Slide 14 - Tekstslide
voorbeelden voorvoegsels
Door te kijken naar het voorvoegsel kun je de betekenis van een moeilijk woord beter achterhalen.
Voorbeelden:
her- herdenken
in- informeel
on- onjuist
Slide 15 - Tekstslide
Aan het werk! Hoe pak jij het deze les aan?
Ik wil graag nog meer uitleg van de docent
Ik ga de opdrachten maken
Slide 16 - Poll
bespreken woordenlijst (opdr. 2)
Wat?
m. opdr. 3 t/m 7 (huiswerk - leren woordenlijst)
Hoe?
Lees eerst de opdracht goed door.
Beantwoord daarna de vragen in je werkboek .
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
Lekker lezen / Woordtrainer online
Aan het werk
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Deze les
Woorden 1.5 - oefendictee - check huiswerk
Wat?
nakijken opdr. 3 t/m 7, m. opdr. 10 t/m 15
Huiswerk - woorden leren online
Hoe?
Lees eerst de opdracht goed door.
Beantwoord daarna de vragen in je werkboek.
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
Oefenen woordtrainer/Lekker lezen
Aan het werk
timer
15:00
Slide 18 - Tekstslide
Vandaag
voorvoegsels lessonup
Wat?
nakijken vr.
vragen over de so... woordtrainer/test jezelf maken