1.5 Woorden - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Lekker lezen

  • Pak je schrift en begin met lezen
  • We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen


Vragen over de SO lezen?
Leren uit het boek?

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Schrijf 2 zinnen heel precies over uit je leesboek. Bedenk er alvast bij waarom je voor deze zinnen kiest 


Slide 3 - Tekstslide


  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 


    Afspraken

    Slide 4 - Tekstslide

    Check
    Hoe voel je je op dit moment?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 5 - Poll

    1.5 Woorden
    In deze paragraaf leer je


    *  22 nieuwe woorden gebruiken;
    *  wat voorvoegsels zijn.

    Slide 6 - Tekstslide

    Talent  blz. 42

    Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
    Instructie en aantekeningen

    Slide 7 - Tekstslide

    Voorvoegsels
    Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord zetten. Dit stukje heet een voorvoegsel. De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
    Het voorvoegsel her- betekent ‘nog een keer’.
    her + lezen = herlezen
    Het voorvoegsel in- betekent ‘niet’.
    in + stabiel = instabiel
    Het voorvoegsel on- betekent ‘niet’.
    on + eens = oneens

    Slide 8 - Tekstslide

    voorbeelden voorvoegsels
    Door te kijken naar het voorvoegsel kun je de betekenis van een moeilijk woord beter achterhalen. 

    Voorbeelden:

    her- herdenken

    in- informeel

    on- onjuist


    Slide 9 - Tekstslide

    Nieuwe woorden
    We bespreken samen de nieuwe woorden en de schooltaalwoorden

    - wat heb je hieraan?
    - hoe kun je ze leren?
    - woorden in de toets.

    Slide 10 - Tekstslide

    Woordtrainer/test jezelf
    In de woordtrainer (online boek) kun je oefenen met woorden schrijven en luisteren. Ook leer je de betekenis.

    Je kunt hier dus werken aan je leerdoelen voor de paragraaf Woorden 1.5
    * nieuwe woorden leren en gebruiken
    * voorvoegsels herkennen

    Slide 11 - Tekstslide

    Aan het werk!
    Hoe pak jij het deze les aan?
    Ik wil graag nog meer uitleg van de docent
    Ik ga de opdrachten maken

    Slide 12 - Poll

    Deze les
    Intro Woorden 1.5
    Wat?
    m. opdr. 1 + 2 (in de les), m. opdr. 3 t/m 7 Huiswerk - woordenlijst leren
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek.
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    Oefenen woordtrainer/Lekker lezen 
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 13 - Tekstslide

    Vandaag
    bespreken woordenlijst
    Wat?
    m. opdr. 10, 11, 12, 13 (huiswerk - leren woordenlijst)
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek .
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    oefenen woordtrainer/Lekker lezen 
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 14 - Tekstslide

    Vandaag
    voorvoegsels
    Wat?
    m. opdr. 16, 17  (opdr. 18 huiswerk - leren woordenlijst)
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek .
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    oefenen woordtrainer/Test jezelf/Lekker lezen 
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 15 - Tekstslide

    1.4 Woorden
    Aan het einde van deze lessen 


    * 22 nieuwe woorden gebruiken;
    * wat voorvoegsels zijn.

    Slide 16 - Tekstslide

    Hoe is het deze les gegaan?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 17 - Poll

    Bij de les?



    Volgende les!








    Slide 18 - Tekstslide