CP4, H2.1: quiz prefix / suffix

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1-4

QUIZ 

Ken je de betekenis van de volgende prefixen en suffixen?

Betekenissen afleiden uit voorvoegsels en achtervoegsels (prefixen en

suffixen).

Nederlandse woorden hebben vaak voor- of achtervoegsels. Als je die kent, kun je de betekenis van een woord makkelijker afleiden. 

Wat is de betekenis van het prefix "inter" bij de volgende woorden?

interraciaal, intercity, interim directeur, interactie

1. samen
2. tussen
3. tegen
4. midden

Wat is de betekenis van het suffix "graaf" bij de volgende woorden?

fotograaf, biograaf, oceanograaf, kalligraaf

1. verschillend van
2. komend van
3. zijn van
4. beschrijven van

Kalligrafie

Wat is de betekenis van het prefix "homo-" bij de volgende woorden?

homofoon, homofobie, homolateraal, homogeen

1. tegen
2. tussen
3. hetzelfde
4. super

homofoon: klinken hetzelfde

licht/ligt, bereiden/berijden en rat/rad. 

Wat is de betekenis van het prefix "trans-" bij de volgende woorden?

transport, transgender, transparant, transactie

1. over, aan de overzijde
2. naar
3. hetzelfde
4. anders

Wat is de betekenis van het "prefix en suffix: "chrono-" en
"-chroon" bij de volgende woorden?

synchroon, chronologisch, achronie

1. gelijk
2. tijd
3. samen

Wat is de betekenis van het prefix "dia-" bij de volgende woorden?

diabetes, dialoog, diameter, diarree

1. voor
2. weg van
3. doorheen
4. tegen

etymologie

Diabetes mellitus (letterlijk 'honingzoete doorstroming') is een aandoening die wordt gekenmerkt door herhaaldelijk (chronisch) verhoogde bloedglucose- of bloedsuikerwaarden (hyperglykemie). Vandaar de Nederlandstalige aanduiding suikerziekte, of kortweg suiker.

Wat is de betekenis van het prefix en suffix "centrisch" bij de volgende woorden?

egocentrisch, centrifugeren, theocentrisch

1. in het midden
2. voormalig
3. weg van

Wat is de betekenis van het prefix "ir" bij de volgende woorden?

irreëel, irrationeel, irrelevant, irresoluut

1. zonder
2. met
3. geen
4. niet

Wat is de betekenis van het prefix "auto-" bij de volgende woorden?

autodidact, autonoom, automobiel, autobiografie

1. samen
2. zonder
3. zelf
4. hetzelfde

Wat is de betekenis van het prefix "super-/ supra-" bij de volgende woorden?

supervisie, superlatief, supraventriculair

1. boven, meer dan
2. onder
3. samen

Wat is de betekenis van het prefix "sub" bij de volgende woorden?

subcutaan, subcultuur, subway

1. boven
2. onder
3. over

Wat is de betekenis van het prefix "on-" bij de volgende woorden?

ongewenst, onbepaald, onbewust

1. terug
2. naast
3. na
4. niet

Wat is de betekenis van het prefix "her-" bij de volgende woorden?

herintegreren, herscrijven, herhalen

1. opnieuw
2. veel
3. niet
4. voor

Wat is de betekenis van het suffix "er-" bij de volgende woorden?

visser, ontwerper, apotheker

1. achter
2. een vrouw die
3. niet
4. iemand die

Wat is de betekenis van het suffix "-ster" bij de volgende woorden?

schoonmaakster, verpleegster, vrijwilligster

1. iemand die
2. een vrouw die
3. niet
4. voor

Wat is de betekenis van het suffix "-baar" bij de volgende woorden?

eetbaar, verwaarloosbaar, zichtbaar

1. je kunt het niet
2. niet
3. iemand die
4. je kunt het

Wat is de betekenis van het suffix "-loos" bij de volgende woorden?

kinderloos, uitzichtloos, dakloos

1. niet hebben
2. gegeven
3. uitzicht
4. ieman die