Nederland op slot door coronavirus

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7,8

Doel van de les:

- Voorspellen (gisteren gedaan)

- verhelderen van onduidelijkheden,

- vragen over een schema van de tekst.

- informatie opzoeken.

De titel van de tekst is: Nederland op slot door coronavirus.

Wat zou een tussenkopje kunnen zijn?

Een tussenkopje is: Maatregelen.

Wat zou daarin kunnen staan?

we lezen samen de tekst.

Maak zoals gebruikelijk aantekeningen of markeer de belangrijke (signaal)woorden.

In de inleiding staat een opsomming. Welke?

Lees het stukje over Pandemie.
Wat is het verschil tussen een epidemie en een pandemie?

Waar in je lichaam ontstaan de meeste klachten?

1. hart
2. nieren
3. longen
4. lever

Welk advies wordt niet gegeven?

1. Voldoende water drinken
2. paracetamol nemen
3. rusten
4. vitamine C en D innemen

We lezen de tekst van 'Maatregelen'

Waarom maken de mensen zich zorgen over 'de piek'? (r. 19)

Kijk goed naar het schema.

Bedenk welke vraag hierover gesteld kan worden.

bedenk dan ook een antwoord.

Wat moet op de open plaats ingevuld worden?

1. handen wassen
2. snot afvegen
3. papieren zakdoekjes gebruiken
4. niezen in de binnenkant van je elleboog

bedenk een opsomming van wat jij erg lekker vindt.

In r. 32 tot 34 staat een opsomming. Wat hoort hier niet bij?

1. de regering
2. het onderwijs
3. de zorg
4. de hulpdiensten

rondje signaalwoorden

Geef aan waar het signaalwoord bij hoort:

r. 13 omdat

1. oorzaak/gevolg
2. opsomming
3. tegenstelling
4. waarschuwing

r. 15 hiermee

1. oorzaak/gevolg
2. opsomming
3. tegenstelling
4. waarschuwing

r. 19 Hierna

1. oorzaak/gevolg
2. opsomming
3. tegenstelling
4. waarschuwing

r. 27 dan

1. oorzaak/gevolg
2. opsomming
3. tegenstelling
4. waarschuwing

r. 34 verder

1. oorzaak/gevolg
2. opsomming
3. tegenstelling
4. waarschuwing

De burgemeester van Groningen heeft een brief gestuurd (r. 37 -r. 39)
Wat schrijft de burgemeester hier?

1. Hij waarschuwt de kinderen.
2. Hij vertelt wat ze wel of niet mogen doen.
3. Hij reikt de kinderen wat ideeën aan.
4. Hij geeft ze een advies

Wat is het juiste antwoord?

1. A
2. B
3. C
4. D

Wat heb je in deze les geleerd?

5 minuutjes uitpuffen.