vocabulaire (Examenidioom hfst 1, 2, 3):
ik kan woorden die te maken hebben met relaties, school, eten/drinken, wonen en werken op het platteland, hoeveelheden en omgeving/ landschap correct vertalen (FN)
leesvaardigheid (Grandes Lignes hfst 5AB):
ik kan wel/ niet-vragen van een examen Frans vmbo-gtl juist aanpakken
ik kan open vragen van een examen Frans vmbo-gtl juist aanpakken
grammaire (boîte à grammaire):
ik kan het persoonlijk voornaamwoord gebruiken in het Frans
ik kan de lidwoorden gebruiken in het Frans
ik kan het delend lidwoord gebruiken in het Frans