verslag schrijven + uitleg opdracht

schrijven: verslag
schrijven: verslag
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

schrijven: verslag
schrijven: verslag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Je kunt een kort verslag schrijven aan de hand van de 5 w + h vragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarover zou je een verslag kunnen schrijven?

Slide 3 - Open vraag

Een verslag gaat over een gebeurtenis die je hebt meegemaakt. Het kan bijvoorbeeld gaan over een concert, wedstrijd of stagedag. Belangrijk is dat het in de verleden tijd staat, chronologisch is, veel feiten bevat en dat je er ook je eigen mening in verwerkt. Schrijf ook een duidelijke inleiding, kern en slot en let dus ook op een goede alinea-indeling. De toon moet passen bij het publiek.
Het verslag
Je schrijft over een gebeurtenis die je hebt meegemaakt, zoals:
- een concert
- een wedstrijd
- een stagedag
- een bezoek aan een stad

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken verslag
- 5 w en h vragen ( wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?)
- evt. je mening
- verleden tijd ( het is al gebeurd)
- chronologische volgorde
- tekst past bij het publiek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opbouw verslag
Inleiding
  • onderwerp en 5 w + h vragen
kern
  • Noem de gebeurtenissen in chronologische volgorde. 
  • Gebruik voor elk deelonderwerp een nieuwe alinea
Slot
  • Geef een samenvatting, vertel wat je hebt geleerd of geef je mening

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg opdracht
Lees de opdracht die in Teams gedeeld wordt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat schrijf je in de inleiding van je verslag?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
- noteer de dag
- waarom doe je er verslag van?
- je verwachtingen van het experiment

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat benoem je in de kern?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kern
- Wat heb je gedaan die dag? --> chronologische volgorde
- Je benoemt verschillen tussen dakloos zijn en niet dakloos 
- Hoe gaan mensen met daklozen om?
- wat was lastig/moeilijk op je dag als dakloze?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat schrijf je in het slot?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slot
- samenvatting
- mening

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot
Zet een titel boven het verslag
schrijf onder het verslag je naam
Je verslag bevat tussen de 300 en 400 woorden
--> gebruik de checklist onderaan de opdracht.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies