In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
9.1 hart en bloedvaten en 9.2 bloeddruk
Slide 1 - Tekstslide
9.1
Doel : toepassen van de volgende onderwerpen: open/gesloten blop, enkelvoudige/dubbele blop, kleine/grote blop, bouw en functie van verschillende bloedvaten, hartcyclus, embryonale blop (binas 84A en 84B)
Slide 2 - Tekstslide
open bloedsomloop
enkelvoudig gesloten bloedsomloop
bloed, cellen
hemoglobine
Slide 3 - Tekstslide
verschil enkele en dubbele blop B84A
Slide 4 - Tekstslide
soorten bloedsomlopen afh van energie behoefte
1. 'Hartloze bloedsomloop' (kwal)
2. Open bloedsomloop (insecten)
3. Gesloten bloedsomloop a. Pseudoharten ( worm) b. Enkelvoudige blop (vis) c. Dubbele blop -amfibie
-reptiel - vogel/zoogdier
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
BINAS 84C
Slide 7 - Tekstslide
BINAS 84C
Slide 8 - Tekstslide
Hartfasen
1. Bloed komt hart binnen via boezems.
2. Bloed stroomt naar de kamers.
3. Bloed wordt weggepompt door de kamer.
Linkerkant, bloed van longader
bloed naar aorta
Rechterkant, bloed van holle aders
bloed naar longslagader
Slide 9 - Tekstslide
Hartcyclus
BRON 4 Boek
Slide 10 - Tekstslide
Hartfasen
Tijdens rust 1 hartslag = 0,8s
1. Boezemsystole (0,1s)
2. Kamersystole (0,3s)
3. Diastole (0,4s)
Slide 11 - Tekstslide
Hartslag regelen
De sinusknoop in de rechterboezem geeft impulsen af: de boezems trekken samen.
De AV-knoop laat de impulsen vertraagd door naar de harttussenwand.
Vanuit de hartpunt gaan impulsen over de kamerwanden: de kamers trekken samen.
Vervolgens is het hart in rust.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
BINAS
84 C
Slide 14 - Tekstslide
embryo
Zuurstof niet via de longen, maar via de navelstreng.
navelstreng ader -> onderste holle ader en leverader
Bloed hoeft de kleine circulatie helemaal niet te doorlopen.
Short cut
1: foramen ovale in het hart
2: ductus botalli tussen aorta en longslagader
BINAS 84
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Navelstrengader: vervoert bloed uit de placenta naar het hart (dus ader!). Bevat zuurstof en voedingsstoffen. Zit gekoppeld aan de lever en de OHA.
2 navelstrengslagaders: vervoeren bloed van de baby naar de placenta (van het hart af dus slagader). Bevatten CO2 en afvalstoffen. Zitten gekoppeld aan de aorta.
Deze bloedvaten verschrompelen na de geboorte.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
na de geboorte
-navelstreng wordt afgebonden en bloedvaten verschompelen
- ademhaling zorgt voor veel lagere druk in de longen (lucht ipv
vruchtwater)
- drukverschil tussen linker en rechter boezem -> foramen ovale
sluit.
- ducus botalli sluit een paar dagen later (hormonen)
Slide 19 - Tekstslide
9.2
kunnen toepassen: B84D, systolische / diastolische druk, bloeddruk in kPa, B84E
Slide 20 - Tekstslide
aders hebben kleppen
slagaders hebben een elastische wand
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
3 soorten bloedvaten
Slagaders: dikke wand, elastisch,
van het hart af
Haarvaten: heel dunne wand
Aders: dunne wand, kleppen
Slide 23 - Tekstslide
Bloeddruk en slagadertjes
Slide 24 - Tekstslide
slagaders zijn elastisch, bloedgolf, pols
BINAS 84C2
Slide 25 - Tekstslide
atherosclerose
infarct
Slide 26 - Tekstslide
Hartcyclus
BRON 4 Boek
Slide 27 - Tekstslide
Hartcyclus
a. ontspannen (diastole) boezems en kamers - hartkleppen open, slagaderkleppen dicht -> bloed stroomt de boezems in (en gedeeltelijk meteen door naar de kamers). Hartpauze.
b. systole (aanspannen) boezems - hartkleppen open, slagaderkleppen dicht -> alle bloed van boezems naar kamers