KIDSWEEK 37/38 : Scoops Titanic museum

KIDSWEEK 37/38 : Scoops Titanic museum
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

KIDSWEEK 37/38 : Scoops Titanic museum

Slide 1 - Tekstslide

Geef een ander woord voor 'goederen'.
A
Tocht
B
Spullen
C
Schip
D
Romp

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'onderkliederen'?
A
iets schoonmaken
B
iets vuil maken
C
iets verbergen
D
iets versieren

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord past in welke zin ? Sleep de woorden op hun plaats. 
Het schip liep schade op aan de ........
Het voorstel werd gisteren .................
Deze zetel zit erg ...........
Ze overleefden de ..... met het schip jammer genoeg niet. 
gelanceerd
oversteek
romp
comfortabel

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'wrak'?
A
Een beschadigd of verongelukt voertuig
B
Een blauw voertuig
C
Een snel voertuig
D
Een nieuw voertuig

Slide 5 - Quizvraag

Welke uitdrukking staat hier ? 

Slide 6 - Tekstslide

Noteer het antwoord van de fotovraag hieronder.

Slide 7 - Open vraag

Wat zou jij 'veilen' ?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent het woord 'aristocraat'?
A
Een ambachtsman
B
Een koopman
C
Een lid van de hogere sociale klasse.
D
Een boer

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent 'commercieel'?
A
Gerelateerd aan wetenschap
B
Gerelateerd aan kunst
C
Gerelateerd aan politiek
D
Gerelateerd aan handel of winst maken

Slide 10 - Quizvraag

Proberen te zorgen dat iets beter wordt
Kennis, te maken hebben met elektriciteit
Uiterlijk kenmerk of teken van rijkdom
stroomtechnologie
statussymbool
bevorderen

Slide 11 - Sleepvraag

In welke zin wordt het woord 'efficiënt' FOUT gebruikt ?
A
Dat systeem is erg 'efficiënt' gebleken
B
'Efficiënt' kwam hij te laat
C
De controles zijn erg 'efficiënt'
D
Ze leerde haar les op een 'efficiënte' manier

Slide 12 - Quizvraag

Welke woorden zijn samenstellingen ? Sleep ze naar het woord 'samenstellingen'.
samenstellingen
satussymbool
romp
stroomtechnologie
veilen
goederen

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep alle werkwoorden naar de rode kader. 
WERKWOORDEN
goederen
bevorderen
kliederen
veilen
aristocraten 

Slide 14 - Sleepvraag