5.0 werken bij biologie

5.0 werken bij biologie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.0 werken bij biologie

Slide 1 - Tekstslide

werken bij biologie
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


Slide 2 - Tekstslide

isk-E
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


Slide 3 - Tekstslide

Deze les
  • Je kan uitleggen wat erfelijkheid is
  • Je kan de kenmerken van chromosomen en DNA benoemen.
  • Je kan uitleggen wat het vereschil tussen genotype en fenotype is.
  • Je kan uitleggen en bepalen hoeveel chromosomen een lichaamscel heeft.

Slide 4 - Tekstslide

11-4
  • lees: badzijde 8, 10, 11, 13, 12,
maak: opdracht 1 t/m 6
waar: bladzijde 9 t/m 12
Maak een termen lijst van de blauw gedrukte woorden van blz 8 t/m 12.




Slide 5 - Tekstslide

Instructie; Begrippenlijst
Wat? waarom 
begrippenlijst maken van thema 3.1.    begrippenlijst helpt je te leren voor een toets
Hoe?
Je leest blz  8 t/m 12 1x keer goed door. Neem de blauwe woorden over in je aantekenschrift.   Schrijf er achter wat de woorden betekenen

20 minuten
Hulp?
Steek je vinger op als je er niet uitkomt met je buurman/vrouw

klaar?
verder met opdracht 1 t/m 6 uit het boek 

timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
Fenotype
Chromosomen
DNA 
Genotype 
Chromosomenparen
Lichaamscellen

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)


Slide 8 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
De eigenschappen die je Door DNA hebt gekregen van je ouders

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
Fenotype


Slide 10 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf


Fenotype
Het uiterlijk van een organisme: wordt bepaald door genotype en niet erfelijke eigenschappen.

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
Fenotype
Chromosomen


Slide 12 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf


Chromosomen
lange dunne draden van DNA

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
Fenotype
Chromosomen
DNA 


Slide 14 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf


DNA 
Stof die erfelijke informatie geeft. 

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
Fenotype
Chromosomen
DNA 
Genotype 


Slide 16 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

 
Genotype 
de informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Erfelijk(heid)
Fenotype
Chromosomen
DNA 
Genotype 
Chromosomenparen

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf


Chromosomenparen
Twee gelijke chromosomen die verschillende varianten voor eigenschappen kunnen geven.

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf


Lichaamscellen
De cellen van je lichaam, bevatten altijd chromosomenparen

Slide 20 - Tekstslide

11-4
  • lees: badzijde 8, 10, 11, 13, 12,
maak: opdracht 1 t/m 6
waar: bladzijde 9 t/m 12
Maak een termen lijst van de blauw gedrukte woorden van blz 8 t/m 12.




Slide 21 - Tekstslide