Frysk

Frysk/Fries
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FriesMiddelbare schoolBasisschoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Frysk/Fries

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
• Je krijgt inzicht in de Friese taal.
• Je leert basisbegrippen en veelvoorkomende zinnen in het Fries.

• Do krigest ynsjoch yn de Fryske taal.
• Do leart basisbegrippen en in soad foarkommende sinnen yn it Frysk.


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vanmiddag doen?
Wat gean wy fannemiddei dwaan?

Introductie - Yntroduksje
Quiz - Kwis
Filmopdracht - Filmje
Linkk tijdschrift - Linkk tydskrift
Ons groot Fries gedicht - Us grut Frysk gedicht
Afronding - Ofsluting

Slide 3 - Tekstslide

Hou oud is de Friese taal? - 
Hoe âld is de Fryske taal?
- Van oorsprong West-Germaanse taal die rond de 5e eeuw ontstond. 
- Middelfries (ca. 1200–1550) was een belangrijke bestuurstaal, met veel officiële documenten in het Fries geschreven.
-  Maar daarna verdween het Fries steeds meer door het Nederlands, vooral in bestuur en onderwijs.
- Vanaf de 19e eeuw kwam er weer meer aandacht voor de Friese taal en cultuur, mede door het werk van de Friese Beweging.
-In 1956 kreeg het Fries erkenning als officiële taal naast het Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Friese Feitjes - Fryske Feiten
- Ongeveer 450.000 mensen in Friesland spreken Fries. 
50.000 mensen buiten Friesland spreken Fries.
- Er zijn drie hoofdvarianten van Fries: West-Fries (Nederland), Noord-Fries (Duitsland) en Oost-Fries (Duitsland).
- Fries is verplicht in het onderwijs in Friesland.
- Fries heeft woorden die op het Engels lijken, zoals "boat" (boot), sâlt (zout) en "butter" (boter).
- In Friesland hebben veel plaatsen een Friese én een Nederlandse naam, bijvoorbeeld Ljouwert (Leeuwarden).

Slide 5 - Tekstslide

Fries taalgebied 
Frysk taalgebiet

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is Fries belangrijk? - Wêrom is Frysk wichtich?
- Fries leren versterkt de regionale identiteit en verbinding met de Friese cultuur en geschiedenis.
- Onderwijs in het Fries draagt bij aan het voortbestaan van de taal.
- Meertalig onderwijs heeft positieve effecten op taalvaardigheid.
Europese erkenning
- Het Fries is een erkende regionale taal en wordt beschermd door internationale verdragen, wat het belang van onderwijs in deze taal onderstreept.

Slide 7 - Tekstslide

Quiz
Kwis


Met deze quiz testen we de kennis die je al hebt over een aantal belangrijke Friese woorden. 
-
Mei dizze kwis testen wy de kennis dysto al hast oer in oantal wichtige Fryske wurden.

Slide 8 - Tekstslide

Maandag
A
manje
B
maandei
C
moandei
D
mandei

Slide 9 - Quizvraag

Dinsdag
A
tiisdei
B
tysdei
C
tiisdy
D
dinsdei

Slide 10 - Quizvraag

Woensdag
A
woensdei
B
woansdei
C
waansdei
D
woensdy

Slide 11 - Quizvraag

Donderdag
A
tongersdei
B
tonsdei
C
donderdei
D
tonsdy

Slide 12 - Quizvraag

Vrijdag
A
Vrijdei
B
Vrijdy
C
Freed
D
Freet

Slide 13 - Quizvraag

Zaterdag
A
Sneon
B
Snein
C
Saterje
D
Saterdei

Slide 14 - Quizvraag

Zondag
A
Sneon
B
Snein
C
Sinnedei
D
Sondei

Slide 15 - Quizvraag

Brood
A
Bolle
B
Brot
C
Bôle
D
Bread

Slide 16 - Quizvraag

School
A
Skoalle
B
Skool
C
Skûl
D
Skoal

Slide 17 - Quizvraag

Kinderen
A
Berne
B
Bearn
C
Bern
D
Bean

Slide 18 - Quizvraag

Zakgeld
A
Sekjild
B
Sekjilt
C
Bûsjild
D
Boesejilt

Slide 19 - Quizvraag

Gefeliciteerd
A
Lokwinske
B
Gelokwinske
C
Feliciteert
D
Gefeliciteert

Slide 20 - Quizvraag

Week - Wike:
Maandag = moandei
Dinsdag = tiisdei
Woensdag = woansdei
Donderdag = tongersdei
Vrijdag = freed
Zaterdag = sneon/saterdei
Zondag = snein
Dagen van de week - Dagen fan de wike

Slide 21 - Tekstslide

Brood = Bôle
School = Skoalle
Kinderen = Bern
Gefeliciteerd = Lokwinske
Ouders = Âlders
Vrienden = Freonen



Andere belangrijke woorden
Oare wichtige wurden

Slide 22 - Tekstslide

Miskien wol de meast brûkte en wichtichste tiidwurden (werkwoorden) yn it Frysk, en yn in protte oare talen, binne wêze en hawwe, yn it Nederlânsk zijn en hebben.

Bij werkwoorden geldt:
Notiid = tegenwoordige tijd
Doetiid = verleden tijd
Zijn en hebben - Wêze en hawwe

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Filmopdracht - Filmje
- Vorm groepjes van +- 4 mensen
- Ieder groepje krijgt een situatie (een wie en een waar)
- Maak een kort filmpje (min. 1 minuut en max. 2 minuut) waarin jullie een dialoog (gesprek) in het Fries voeren, in deze situatie. 
- Bedenk eerst een kort script en zoek goede Friese woorden en zinnen.
- Film het daarna (zonder te veel te hoeven monteren)
- Stuur het naar de docent zodat we ze samen kunnen bekijken

Slide 26 - Tekstslide

Afronding - Ofsluting
- Waarom is het belangrijk dat we aandacht hebben voor de Friese taal?
- Blijft het Fries bestaan?
- Welk Fries woord ga je nooit weer vergeten?

Slide 27 - Tekstslide

Filmopdracht - Filmje
Situaties - Situaasjes:







Gebruik de app Praat Mar Frysk, de app Tsjill of oersethelp.nl om woorden en zinnen op te zoeken. 





Wie: Vriendengroep 
Waar: Supermarkt
Wie: Medewerkers
Waar: Fabriek
Wie: Reizigers
Waar: Trein
Wie: Dokters
Waar: Ziekenhuis
Wie: Familie
Waar: Kermis
Wie: Sporters
Waar: Kleedkamer
Wie: Bouwvakkers
Waar: Bouwplaats
Wie: Bakkers
Waar: Bakkerij

Slide 28 - Tekstslide