1. Landbouwbelangen botsen nog steeds, er wordt maar moeizaam vooruitgang geboekt tussen landen die hun boeren willen beschermen en agrarische exportlanden.
2. Industriële producten, het belangrijkste onderdeel van internationale handel, zijn de laatste decennia vrijer te verhandelen.
3. Het succes van de NIC's en van de derde industriële golf, was zonder protectionisme voor de 'infant industries' niet mogelijk geweest.
4. De MOL's hebben nauwelijks geprofiteerd van de liberalisering. Ze hebben weinig belemmeringen voor export, maar hebben ook weinig te verhandelen. Vaak lukt het ook niet om zelfvoorzienend (autarkisch) te zijn.
5. Ontwikkelingslanden zijn niet altijd gebaat bij liberalisering; het kan de eigen industriële ontwikkeling de nek omdraaien (rijke landen kunnen gemakkelijker doelmatiger produceren door schaalvoordelen).