Casus wondzorg

Wondzorg
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wondzorg

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Claudia constateert dat hij een decubituswond heeft op zijn stuit. Deze ziet er als volgt uit: uitgebreide weefselschade, gelige wond met necrotische plekken.

Slide 3 - Tekstslide

In welke categorie valt de decubituswond van meneer de Vries? Beargumenteer je antwoord.
welke actie dient Claudia te ondernemen? beargumenteer je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

Het WCS-classificatiemodel maakt onderscheid in rode, gele en zwarte wonden.
De wond van meneer de Vries ziet er als volgt uit: uitgebreide weefselschade, gelige wond met
necrotische plekken. De decubituswond van meneer de Vries vertoont necrotische plekken,
neigt naar een zwarte wond

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de beste preventieve maatregelen tegen decubitus bij een zieke, bedlegerige zorgvrager? Noem er twee.
Soms wordt een smetplek gezien als decubitus. Hoe onderscheid je smetten van decubitus?

Slide 6 - Open vraag

Claudia beoordeeld de wond.

Slide 7 - Tekstslide

Claudia spoelt de wond.

Slide 8 - Tekstslide

Wat kan de oorzaak zijn van de necrotische plekken op de wond van meneer de Vries?
b Op welke punten beoordeel je de wond van meneer de Vries? Noem er minimaal vier.
c Wat is het exsudaat van een gele wond?
d Zolang er zwart necrotisch weefsel in de wond is, kan de wond niet optimaal helen. Is dit juist of onjuist? Beargumenteer je antwoord.

Slide 9 - Open vraag

De wond van meneer de Vries dient in opdracht van de arts drie keer per dag te worden
gespoeld. Meneer de Vries wil graag van Claudia weten wat het spoelen van de
wond inhoudt.
a Wat is het doel van het spoelen van een wond?
b Welke problemen/klachten kun je verwachten tijdens het spoelen van de wond bij meneer
de Vries en hoe kun je dit oplossen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Meneer de Vries geeft regelmatig bij Maartje aan pijn te hebben aan zijn wond. Waarom is pijn
een belangrijk observatiepunt bij een wondbehandeling?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Claudia verbind de wond:
De wond bij meneer de Vries is redelijk diep, geel en er wordt veel exsudaat
geproduceerd. 

Slide 14 - Tekstslide

De wond bij meneer de Vries is redelijk diep, geel en er wordt veel exsudaat
geproduceerd. In het wondbeleid van meneer de Vries staat dat de wond van meneer de Vries
onder andere moet worden verbonden met een alginaat.
a Wat is het voordeel van een alginaat verband?
b Welke verbandmiddel zou je Claudia nog meer adviseren? Beargumenteer je antwoord.
c Welke punten dient Claudia te rapporteren nadat ze de wond van meneer de Vries heeft
verzorgd?
d Het WCS geeft een aantal criteria aan die van belang zijn bij het kiezen van de juiste
wondbehandelingsproducten. Noem vier criteria die belangrijk zijn bij het kiezen van het juiste
wondbehandelingsproduct.

Slide 15 - Open vraag

vervolg casus heer de Vries
Claudia constateert dat de benen oedemateus
zijn en dat er een donkere verkleuring is op de onderbenen. Daarnaast constateert Claudia dat
de benen dunne witte huidplekken bevatten met daaromheen vuurrode puntvormige
capillairen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is mogelijk het probleem bij de benen van meneer de Vries? Beargumenteer je antwoord.
b Hoe noem je de dunne witte huidplekken met daaromheen vuurrode puntvormige capillairen
die Maartje constateert aan de benen van meneer de Vries?

Slide 17 - Open vraag

De arts vermoedt een chronische veneuze insufficiëntie bij meneer de Vries. De arts wil de
oedemen in de onderbenen eerst verminderen en geeft Claudia de opdracht om ambulante
compressietherapie bij meneer de Vries toe te passen.
Meneer de Vries krijgt vandaag voor het eerst compressietherapie.

Slide 18 - Tekstslide

Welke informatie geef jij
hem? Denk hierbij aan informatie over het zorgproces, de algemene voorlichting en de
leefregels.
b Wat voor soort zwachtel raad je Claudia aan om te gebruiken bij meneer de Vries?
Beargumenteer je antwoord.

Slide 19 - Open vraag

Wondbehandelplan A
  • Spoel de wond gebruik hiervoor NaCl 0,9% (fles na openen 24 uur houdbaar) of kraanwater (laat eerst 30 seconden stromen en zorg ervoor dat het water op lichaamstemperatuur is).
  • Bescherm de wondranden met proshield
  • Bescherm het wondbed met Jelonet (zalfgaas).
  • Bedek de wond met absorberend verband met leukoplast.

Wondbehandelplan B
  • Spoel de wond gebruik hiervoor NaCl 0,9% (fles na openen 24 uur houdbaar) of kraanwater (laat eerst 30 seconden stromen en zorg ervoor dat het water op lichaamstemperatuur is).
  • Bescherm de wondranden met zinkoxide.
  • Bescherm het wondbed met Jelonet (zalfgaas).
  • Bedek de wond met mepilex border.

 


Slide 20 - Tekstslide

Maartje brengt de zwachtels aan bij meneer de Vries
a Wat is de stand van de voet tijdens het aanleggen van het compressieverband? Waarom is
dit van belang?
b Hoe controleer je of het verband goed zit (niet te strak of te los)?
c Waarom is het belangrijk om bij het verwisselen van het verband de onderbenen niet te lang ongezwachteld te laten?


Slide 21 - Open vraag

Casus verzamelen in de praktijk.
Heb je een wondzorg casus in de praktijk en wil je deze delen dan graag!

Slide 22 - Tekstslide

Casus heer de Vries
Meneer de Vries is 75 jaar en woont samen met zijn vrouw in een seniorenwoning. De laatste drie weken was hij erg moe en had nergens zin in. Hij ligt al weken thuis op bed. Zijn vrouw verzorgt hem. Uiteindelijk heeft zij de huisarts ingeschakeld.
De huisarts is langs geweest en heeft meneer de Vries lichamelijk onderzocht. Hij concludeert dat de bloedglucoses van meneer de Vries zijn ontregeld, dat hij oedemateuze onderbenen heeft en dat hij is uitgedroogd.
De huisarts wil eigenlijk dat meneer de Vries naar het ziekenhuis gaat, maar die weigert dat. De huisarts schakelt de thuiszorg in om meneer de Vries te helpen bij de lichamelijke verzorging.
Verzorgende Claudia is de EVV -er van meneer en start met de verzorging.

Slide 23 - Tekstslide

De arts vermoedt een chronische veneuze insufficiëntie bij meneer Dirksma. De arts wil de
oedemen in de onderbenen eerst verminderen en geeft Maartje de opdracht om ambulante
compressietherapie bij meneer Dirksma toe te passen.
a Meneer Dirksma krijgt vandaag voor het eerst compressietherapie. Welke informatie geef jij
hem? Denk hierbij aan informatie over het zorgproces, de algemene voorlichting en de
leefregels.
b Wat voor soort zwachtel raad je Maartje aan om te gebruiken bij meneer Dirksma?
Beargumenteer je antwoord.

Slide 24 - Open vraag