prae-impf-aor
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-ουσιν
praesens
imperfectum
aoristus
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-ουσιν
praesens
imperfectum
aoristus
Slide 1 - Sleepvraag
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-ον
praesens
imperfectum
aoristus
Slide 2 - Sleepvraag
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-ομεν
praesens
imperfectum
aoristus
Slide 3 - Sleepvraag
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-ω
praesens
imperfectum
aoristus
Slide 4 - Sleepvraag
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-εν
praesens
imperfectum
aoristus
Slide 5 - Sleepvraag
In welke tijd komt de onderstaande uitgang voor?
-ειν
praesens
imperfectum
aoristus
Slide 6 - Sleepvraag
Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
uitgang
augment
stam
voorzetsel
Slide 7 - Sleepvraag
Sommige werkwoorden beginnen met een klinker, deze botst dan met het augment.
Wat gebeurt er met augment + α?
Wat gebeurt er met augment + α?
A
dat wordt εα
B
dat wordt α
C
dat wordt ε
D
dat wordt η
Slide 8 - Quizvraag
Sommige werkwoorden beginnen met een klinker, deze botst dan met het augment.
Wat gebeurt er met augment + ε?
Wat gebeurt er met augment + ε?
A
dat wordt εε
B
dat wordt ει
C
dat wordt ε
D
dat wordt η
Slide 9 - Quizvraag
Sommige werkwoorden beginnen met een klinker, deze botst dan met het augment.
Wat gebeurt er met augment + ω?
Wat gebeurt er met augment + ω?
A
dat wordt ω
B
dat wordt εω
C
dat wordt ῳ
D
dat wordt η
Slide 10 - Quizvraag
Sommige werkwoorden beginnen met een klinker, deze botst dan met het augment.
Wat gebeurt er met augment + ο?
Wat gebeurt er met augment + ο?
A
dat wordt ω
B
dat wordt ου
C
dat wordt ῳ
D
dat wordt η
Slide 11 - Quizvraag
Sommige werkwoorden beginnen met een klinker, deze botst dan met het augment.
Wat gebeurt er met augment + ι?
Wat gebeurt er met augment + ι?
A
dat wordt ει
B
dat wordt ι
C
dat wordt ῃ
D
dat wordt η
Slide 12 - Quizvraag
In welke tijd staat
ἔδραμες
ἔδραμες
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 13 - Quizvraag
In welke tijd staat
ἀποκτείνετε
ἀποκτείνετε
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 14 - Quizvraag
In welke tijd staat
ἔλιπομεν
ἔλιπομεν
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 15 - Quizvraag
In welke tijd staat
ἐλθειν
ἐλθειν
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 16 - Quizvraag
In welke tijd staat
ἐλπίζει
ἐλπίζει
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 17 - Quizvraag
In welke tijd staat
ἐσμεν
ἐσμεν
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 18 - Quizvraag
In welke tijd staat
πίπτε
πίπτε
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 19 - Quizvraag
In welke tijd staat
πεσε
πεσε
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
